Recensie “Loverboy & girl”
Gegevens boek
Auteur: Joost
Heyink
Jaar van uitgave: 2010 / 11e druk
Titel: Loverboy
& girl
Plaats van uitgave: Houten
Uitgeverij: Van
Holkema & Warendorf
Samenvatting van
het boek
Fanny heeft een bijbaantje bij een klein
fastfoodrestaurant. Hier leert ze Martin kennen. Het klikt meteen tussen hen.
Toos, een goede vriendin van Fanny, is in het net van een loverboy verzeild
geraakt. Fanny voelt zich hier schuldig over. Ze heeft Toos niet kunnen
beschermen en ze was nog wel haar beste vriendin. Om Toos te helpen, maar ook
om andere meisjes te waarschuwen voor loverboypraktijken, besluit ze een
verslag hierover te schrijven. Ze wil vanuit haar eigen persoonlijke visie de
werkwijze van loverboys beschrijven, de organisatie erachter, de trucs die ze
gebruiken en welke meisjes er gevaar lopen. Ze wil vertellen hoe het gaat, hoe
de praktijk is, hoe ze het doen en hoe hun techniek is. Maar voor haar het belangrijkst:
hoe het voelt. Om dit voor elkaar te krijgen heeft ze zich laten oppikken door
Jeff, een loverboy. Als ze dit aan Martin vertelt schrikt hij hier erg van. Hij
is het er niet mee eens, maar Fanny zet toch door. Ze wil nog één keer met Jeff
afspreken om zo haar verslag helemaal rond te krijgen. Ondanks dat ze dit aanvankelijk
niet van plan was, gaat ze toch met Jeff mee naar zijn appartement. Hier
ontdekt Jeff dat ze hem door heeft. Hij bindt haar vast en laat haar even
alleen om anderen van de organisatie te gaan halen. Martin weet haar te
bevrijden en ze kunnen ontsnappen. Een deel van het netwerk wordt uiteindelijk opgerold.
Fanny heeft haar verslag naar de politie, kinderbescherming, jeugdzorg en
gemeentes gestuurd. Er zijn stukken in de krant gekomen en zelfs de tv heeft
belangstelling getoond. Fanny heeft haar doel bereikt.
Persoonlijk
waardeoordeel
In principe vind ik het een mooi boek, het is vlot
geschreven en leest gemakkelijk (op enkele stukjes na, zie hieronder). Ik heb
het in één ruk uitgelezen. Het boek begint met een proloog. Die is al direct
heftig en geeft goed weer wat je in het boek kunt verwachten.
“Nelson heeft zijn
scooter in puin gereden. De meid achterop ligt in het ziekenhuis. Die kunnen we
vergeten, ze is beschadigd. Je hebt je instructies. Geruisloos en onzichtbaar”.
De passage waarin Jeff medelijden probeert op te wekken
bij Fanny over de ziekte van zijn moeder, is heel levensecht beschreven. Fanny
is bewust in dit wereldje gestapt, ze weet wat ze kan verwachten en toch begint
ze op een bepaald moment, naar aanleiding van zijn treurige verhaal, te
twijfelen, is Jeff wel een echte loverboy? Ze krijgt begrip voor hem en medelijden met hem.
Ze vraagt zich zelfs af of hij misschien toch echt verliefd op haar is. Ik vind
dit het mooiste stuk uit het boek. De twijfel die bij Fanny opkomt, is heel
goed beschreven. Je gaat als lezer ook bijna geloven dat hij de waarheid spreekt.
“Fanny wist het
even niet meer. Hier zat ze met een jongen die meiden verleidde. Die hen
manipuleerde en klaarstoomde om geld voor zijn baas te verdienen. Een boef. Maar
ze zat hier ook met een kwetsbaar jongetje dat in zijn ogen zat te wrijven
vanwege een rotervaring met zijn moeder. Het begon weer door elkaar te lopen”. (Loverboy& girl, p. 60 t/m 63)
“Misschien, heel misschien
was Jeff geen goede loverboy. Hij beantwoordde niet helemaal aan de
beschrijvingen die ze had gelezen”. (Loverboy& girl, p. 67)
“Jeff was hooguit
een heel klein loverboytje”. (Loverboy& girl, p. 67)
“Stel dat Jeff
gewoon verliefd was” . (Loverboy& girl, p. 67)
“Het was bijna
onmogelijk te geloven dat álles fake was. Het was ondenkbaar. Die ogen die
waren echt”.
(Loverboy& girl, p. 120)
In het hele boek is er sprake van een subtiele vorm van
humor die ik erg leuk vind.
“De kleinste stond
bij het raam. Als je goed keek zag je dat hij bijna kaal was, maar hij was erin
geslaagd met een laatste pluk grijs haar het grootste deel van zijn schedel te
bedekken. Hij had de schurft aan zijwind”.
(Loverboy& girl, p. 18)
“Wat? Igor was net
in gedachten verzonken. Hij was bezig met de knellende vraag of hij nog een
gewone of een dubbele whisky zou inschenken”. (Loverboy& girl, p. 21)
“Mario, ddoe… doe
mij maar een whisky. Nee nee, een halfje. Ben ik wel aan toe,” zei Igor. “Gooi
het in zijn gezicht, Mario. Hij heeft genoeg gehad,” zei Damien. “Nee!
Stommeling! Mijn vloerbedekking!” “Sorry,” zei Mario. “Nou ja, laat maar.
Gelukkig komt Alida morgen. Laatste vraag: heb je nog iets concreets te melden,
Mario? Een nieuwtje, iets om me blij te maken, na de ellende met deze nutteloze
zak aardappelen, die in een vlaag van verstandsverbijstering door zijn moeder
op de wereld is gezet?” (Loverboy& girl, p. 26)
“Trak”, deed het
achterwiel van Fanny’s fiets. Er zat een enorme slag in. Bij elke omwenteling
voelde ze een licht hopsje en deed hij “trak”. De bel maakte alleen nog een
kuchgeluidje en het licht deed het ook niet goed. Toch was ze aan de fiets
gehecht. Ze had hem al zes jaar, hij was twee keer gestolen en teruggevonden,
haar eerste vriendje had achterop gezeten en ze was ermee gevallen, met een
gebroken pols als gevolg. Van zo’n fiets ga je houden, die doe je niet weg”.
(Loverboy& girl, p. 65)
“Martin rende
ondertussen heen en weer tussen de werktafel en de oven, “sorry” zeggend en
“mag ik even”om u heen” en “mag ik u even storen, er roept een hamburger”.
Verder mompelde hij wat. Fanny kon het net verstaan. “Wilt u iets dichter bij
mekaar gaan staan, meneer? Het is zo’n eind om, naar de oven.” (Loverboy& girl, p. 104+105)
Martin beseft op een bepaald moment dat hij verliefd is
op Fanny. Mooi beschreven, bijna poëtisch, vind ik de zin: “Zijn oor, besefte hij, was bezig haar stem
mooier te maken”.
In enkele passages vind ik de situatie en de personen wel wat overdreven. Ik denk niet dat dit in
werkelijkheid zo gaat.
“Hé juffrouw, er
klopt iets niet!“ Een grote man. Hij
wees naar een tafeltje bij het raam. Daar zat een blonde vrouw. Ze was enorm,
zag Fanny. Het vrouwmens keek naar iets op tafel en ze maakte rare geluiden. Ze
stampte met een voet op de grond. ”Wat klopt er niet meneer?” vroeg Fanny. “Dat
ding klopt niet. Het past niet.” “Wat past niet, meneer?” “De verrassing. Hij
past niet.” “U bedoelt de kinderverrassing? De tol met de kabouter?” “Precies,
ja. Mijn vrouw is erg handig, maar ze krijgt hem niet in elkaar. Hij past niet.
En nou wil ik dus mijn geld terug. We zijn hier alleen wezen eten vanwege de
verrassing. Mijn vrouw spaart ze. Maar hij past niet. Zeven euro, graag.” “Eh …
meneer, zal ik het even doen? Het is een handigheidje.” Een handigheidje? Het was helemaal geen handigheidje. “Daar
vergis je je in meisje. Je wordt beledigend. Alsof mijn vrouw te dikke vingers
heeft of zo! Mijn vrouw heeft honderden verrassingen in elkaar gezet, juffrouw,
en nooit – ik herhaal nooit – heeft ze problemen met de verrassingen, hooguit
een paar keer. Zeven euro graag. “Wacht ik geef u een nieuwe. En ik zet hem
even in elkaar voor uw vrouw.” Fanny pakte een doosje en had de tol binnen vijf
seconden in elkaar. “Alstublieft. Service van de zaak.” De man keek naar het
dingetje, toen achterom naar zijn vrouw en weer naar het dingetje. “Eh… ja…
nee… Nee, zo komt u er niet van af. Dat telt niet. Zo eh… zo is het geen
verrassing meer. Zo is het een cadeautje. En daar kwamen we niet voor. Mijn
vrouw spaart geen cadeautjes. Ze spaart kinderverrassingen. Die je zelf in
elkaar moet zetten. Kijk, het staat hier op de kaart: “met kinderverrassing”. O
zo. Zeven euro alstublieft.” (Loverboy& girl, p. 12 en
13)
De moeder van Fanny slaakt bij het sporten allerlei kreetjes.
Het lijkt mij niet dat iemand dit doet en om ze ook nog te beschrijven gaat
voor mijn gevoel te ver. Er had kunnen worden volstaan met aan te geven dat ze
bij het sporten kreetjes slaakte.
“Nog effe nog effe
nog effe, pak’m pak’m pak’m” (Loverboy& girl, p. 27)
“K heb je, ‘k heb
je, ‘k heb je, kleine donder kleine donder” (Loverboy& girl, p. 27)
“Jij en jij en jij
en jij, ik KRIJG je wel, ik KRIJG je wel, ik KRIJG je wel” (Loverboy& girl, p. 55)
“ETTERbak ETTERbak
ETTERbak, DONDERop DONDERop DONDERop” (Loverboy& girl, p. 98)
Ik heb me gestoord aan het stuk waarin Fanny in bad gaat.
Ze ligt te soezen en tussendoor komen er allerlei gedachten bij haar op. De
manier waarop dit wordt beschreven leest heel irritant.
“Heerlijk, zo’n
vrije middag. Er was ook niks mis met een schuimbad. Beetje plonzen, beetje
schuim rondblazen, beetje doezelen. Doezelen. Jeff, loverboy zzzz Jeff, schurk
zzzz vooruit, schurkje zzzz lief schurkje zzzz stop! Pets, schuim, water! Lieve
schurkjes bestaan niet! Zzzz als Jeff alleen maar speelt dat hij me lief vindt,
dan speelt hij het verrekte goed zzzz Jeffs moeder zzzz mijn moeder zzzz”.
(Loverboy& girl, p. 77 en 78)
En zo gaat dit bijna een bladzijde lang door. Op een
bepaald moment ben ik gestopt met lezen en ben pas verder gegaan daar waar de
tekst weer gewoon leesbaar was.
Ik vind het onwaarschijnlijk dat Martin een jongen van 18
jaar, in deze tijd, niet weet wat een loverboy is.
“Weet je wat een
loverboy is?” vroeg Fanny zachtjes. “Ik! Ik ben een loverboy!” Martin straalde.
“Nee, helemaal niet. Je weet het
niet.” “Goed, ik weet het niet.” (Loverboy& girl, p.
46)
Tenslotte zijn me nog een paar dingen opgevallen die ik niet
kan verklaren. Op de kaft staat een zin: “Katja
ziet geen uitweg meer. Een spannende achtervolging begint”. Echter, in het
hele boek komt de naam Katja niet voor, dit vind ik vreemd!
Verder kan ik niet volgen hoe het met de deuren zit. Martin ramt
met de ijskast in zijn armen de deur van de zolderkamer waarin Fanny zit opgesloten maar verderop in de tekst wordt
er gesproken over een vernielde buitendeur.
“Drie tellen later had
hij de zolder bereikt en stond hij voor een goed geverfde deur..…. Op de
overloop stond een kleine koelkast. Een halve minuut later nam Martin met het
ding in zijn armen een korte aanloop en denderde door de voordeur…… Ze renden
naar de deur, door de hal en sprongen over de vernielde buitendeur….. Ze renden
weer naar boven terug naar de zolderkamer”.
Geschiktheid voor
de beoogde lezer
Het boek is een ‘D boek’, geschikt voor kinderen vanaf 15
jaar. Ik denk dat dit boek goed aansluit op deze leeftijdsgroep. Rond deze
leeftijd zijn kinderen vaak onzeker over hun uiterlijk, ze vinden het
belangrijk om mooi, lief en aardig gevonden te worden. Ze zijn dan ook extra
vatbaar voor complimentjes van de andere sekse. Meisjes zullen zich herkennen
in Fanny. Zeker het feit dat Fanny begint te twijfelen of Jeff wel een echte
loverboy is, zal bij hen herkenbaar overkomen. Het boek is vlot en boeiend
geschreven en nodigt kinderen uit om het helemaal uit lezen. Ook de humor in
het boek werkt hieraan mee. Misschien heeft het ook wel een ‘opvoedende functie’,
maar dit zal waarschijnlijk door de
lezers niet zo worden ervaren. Het is een leuk boek dat lekker leest, spannend
is en goed afloopt.
Literatuur:
Heyink, J.(2004). Loverboy & girl. Houten:Van Holkema & Warendorf
Heyink, J.(2004). Loverboy & girl. Houten:Van Holkema & Warendorf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten