Mierenkolonie
van Jenny Valentine.
De
Inhoudsbeschrijving.
Sam, een ongeveer achttien jarige jongen, komt in Londen
wonen. Achteraf blijkt pas waarom hij naar Londen is gereisd. Hij heeft in een
gemene bui zijn enige vriend laten verongelukken en zijn vriends hond
doodgereden. Deze puber vindt in de hoofdstad een kamer in een huis waar een
vijftal personen wonen, te weten: de tienjarige Bohemia met haar verslaafde
moeder Cherry; twee werkeloze mannen genaamd Steve en Mick; en de oudere dame Isabel,
met haar hond.
Bohemia loopt weg na een ruzie met Sam. Een actie die ervoor
zorgt dat ze uiteindelijk Sam weer in contact brengt met zijn enige vriend en met
zijn ouders. Bovendien beseft Cherry door Bohemia hoe belangrijk het is om een
moeder te zijn.
Een persoonlijke reactie
Waarom die mieren?
Kriskras door het boek heen kom je getekende mieren tegen.
Waarom? Misschien als reclametruc, om de tekst op te leuken voor de jonge
lezers. Pedagogisch is er ook een reden voor deze dieren, ze zijn er om Sam te
laten beseffen: “dat mieren in hun eentje niet veel voor elkaar krijgen, maar
samen iets onvoorstelbaars presteren.”[1] Een eenvoudige
en leerzame les van de schrijfster.
Hoe steekt het boek in
elkaar?
Het verhaal wordt vanuit twee ik-personen verteld, vanuit het
perspectief van Sam en vanuit dat van Bohemia. De twee perspectieven wisselen elkaar
elk hoofdstuk af. De enige onderbreking van dit schema is
het levensverhaal van
Bohemia, dat in vijf intermezzo´s wordt verteld. Sams levensverhaal wordt in de
hoofdstructuur verteld en dan vooral in hoofdstuk 18.
De structuur waarin de twee perspectieve elkaar afwisselen,
geeft een direct inzicht in gedachtewereld van de hoofdpersonen. Directer dan
wanneer er slechts vanuit één ik-persoon was verteld, dan had je moeten
raden naar de gedachten van de andere hoofdpersoon. En je krijgt door de
ik-perspectieven een completer inzicht in de gedachtewereld van de Sam en
Bohemia, dan wanneer er sprake was geweest van een personale vertelwijze.
Zo vertelt Bohemia voordat ze wegloopt bijvoorbeeld, dat Sam
spijt zal krijgen van dat wat hij over haar gezegd heeft. De volgende
bladzijde, geschreven vanuit het gezichtspunt van Sam, krijg je dan direct zijn
innerlijke dialoog te lezen: “[…] Bohemia Hoban is grof in de mond. Zo
gauw ze weg was, had ik er spijt van. Ik had haar achterna moeten gaan om het
goed te maken, maar dat deed ik niet. Ik ben een idioot.”[2]
Het effect op de lezer.
Het wisselende perspectief heeft een geruststellend effect
op de lezer. Vanuit Sams perspectief lijkt het een ramp dat Bohemia is
weggelopen, het is mede zijn schuld. Vanuit Bohemia´s perspectief is er echter
voldoende reden om te denken dat haar reis zal lukken. Ze heeft een duidelijk
en nobel doel en ze heeft Sams geld. Zeker weten of de reis van Bohemia zal
lukken, weet je als lezer niet, maar je zit wel rustiger op je plek, dan de personages.
Sam, Cherry en de rest van de bewoners zijn enorm ongerust over de weggelopen
Bohemia. Bovendien merk je als lezer de sympathie die alle personages toch voor
elkaar hebben, ondanks de grove en onverschillige woorden die er zijn gevallen.
Dat stelt ook gerust.
De ontwikkeling van de personages.
Naast het bijzondere perspectief, is het verhaal verrassend gezien
de ontwikkeling die de personages doormaken. Bohemia praat graag, maar blijkt later
in het verhaal ook enorm moedig. Sam is zelfstandig, stoer en gesloten, maar
begint tegen het eind van het verhaal toch van alles te vertellen en kan zijn
trots opzij zetten. En – hoewel misschien niet zo verrassend maar toch wel een
opluchting - het verhaal heeft een gelukkig eind.
Voor welke leeftijd is
het boek geschikt?
Het boek bevat geen rechtlijnig verhaal, het wisselt van
perspectief en zou daarom volgens Jan van Coillie niet geschikt zijn voor
kinderen onder de tien jaar.[3] De
website van Het Leesplein, schaalt
het boek zelfs in als een boek voor 15+.[4]Ik denk echter dat wanneer de
structuur voor de lezer duidelijk is, het enorme eind-goed-al-goed-gehalte van
het verhaal, het boek wellicht al geschikt maakt voor de iets jongere lezers. Ik
denk vanaf een jaar of dertien, veertien. Zoals de net genoemde Jan van Coillie
namelijk ook stelt: “veel jonge lezers blijken er moeite mee te hebben wanneer
een verhaal niet goed afloopt.” In dit geval hoeft de jonge lezer daar niet
voor te vrezen.
[1] Valentine, J. Mierenkolonie, (2010), Best: uitgeverij Moon (Nederlandse
vertaling). Bladzijde 196.
[2] Valentine, J. Mierenkolonie, (2010), Best: uitgeverij Moon (Nederlandse
vertaling). Bladzijde 137.
[3] Van Coillie, J. Leesbeesten en boekenfeesten. (2009) Leidschendam: Davidsfonds.
(volledig herziene editie.) Bladzijde 87.
[4] Leesplein,
auteurs en illustratoren, Jenny Valentine, 15+. Geraadpleegd op: 7 mei 2016, van: http://www.leesplein.nl/JB_plein.php?hm=3&sm=1&leefcat=15+&id=6874
Geen opmerkingen:
Een reactie posten