Onderstaand een reactie op volgende recensie: http://fictieblogarjen.blogspot.nl/search/label/Caja%20Cazemier
Ik reageer op jouw recensie omdat ik na het lezen van
Cazemiers ‘Offline’ en ‘Knalhard’ erg enthousiast ben over deze schrijfster en
de twee genoemde boeken.
“Ik moet schrijven, zei ze. Schrijven? Ik? Slachtofferhulp?
Ik? Janken als een meid? Ik? Dagboeken zijn voor meisjes en voor mietjes. Ik
ben een jongen! En dit is mij overkomen?”
Dat is nou een typische reactie die ook een van mijn
leerlingen zou kunnen uiten. Zo herkenbaar! En dat brengt me bij waar ik met
jou van mening verschil. Je schrijft dat het voor een volwassen lezer moeilijk
is om het boek vlot uit te lezen, “dat het boek geschikt is voor jeugdige
lezers die zich herkennen in de leefwereld van Ties…dat het voor oudere lezers
minder interessant is…”.
Ik weet natuurlijk niet welke leeftijdscategorie je voor
ogen had toen je de laatste zin schreef. Ik vond het in elk geval zeer
interessant, en ik ben echt wel een oudere lezer. Mijn mening en mijn ervaring
is, dat niet zozeer leeftijd of leefwereld bepalen of het thema herkenbaar en
te volgen is. Als je met deze leeftijdscategorie werkt, als je betrokken bent
en je oren te luister legt, dan snap je heel goed waar het over gaat, waar het
probleem ligt en waar (en hoe) het pijn doet. En ook als je als jeugdige een
andere leefwereld hebt dan Ties, dan snap je heel goed waar het over gaat.
Ik vind het knap van Cazemier hoe zij heel treffend en op
directe manier verwoord wat jongeren bezighoudt. Want dat weten ze allemaal: je
kunt zo maar op het verkeerde moment op de verkeerde plek terechtkomen, met
alle gevolgen van dien. Wat de meesten (gelukkig) niet weten, is welke gevolgen
dat kan hebben en hoe je daarmee om kunt gaan.
Zinloos geweld is een ‘hot item’, een onderwerp dat op
school maar meer nog in de media aandacht krijgt. Het boek van Cazemier leent
zich uitstekend om taboes rondom het thema ‘zinloos geweld’ bespreekbaar te
maken. Door het verhaal afwisselend in de derde persoon en in de ik-stijl te
vertellen, maakt zij ook gender- en opvoedingsverschillen zichtbaar die
inzichtelijk maken hoe verschillend de personages met het geweldsdelict omgaan.
Ties heeft ‘de stoere jongensdenkstijl’, terwijl Amarin, met een ‘zachte’
denkstijl, het vooral lastig vindt dat Ties niet wil praten.
In de dialogen worden stereotypen ‘opengebroken’ en ontstaat
ruimte om te ontdekken dat er meer is dan de
waarheid. Wanneer is iemand je
vriend? Welke verwachtingen heb je? Mag iemand afwijken van die verwachting,
bij voorbeeld omdat diegene bang is? Mag je zeggen dat je bang bent?
Ook met dit verhaal zet Cazemier de (jonge) lezer aan het
denken en biedt zij ruimte voor nieuwe gedachten en voor handelingsalternatieven.
Daartoe nodigt ook haar nawoord uit. Geheel in de geest van Bonset kunnen de
vragen en opmerkingen op die laatste pagina’s van haar boeken uitnodigen tot
communicatief taalonderwijs op school!
(Bonset,e.a., 2010. Nederlands in de onderbouw. Bussum:
Uitgeverij Coutinho)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten