Reactie op de recensie van Ime
van Berlo
Het boek ‘Oorlogswinter’ van Jan Terlouw is een van de
bekendste Nederlandse jeugdboeken over de Tweede Wereldoorlog. De kracht van
Oorlogswinter is dat het boek 40 jaar na
verschijning nog steeds een aanrader is. Het boek heeft in al die jaren niets
aan kracht ingeboet.
Zo vroeg hij kon
zat Michiel op de fiets. Nu bereikte hij het boerderijtje van Bertus Hardhorend
zonder moeilijkheden. Op het erf was niemand te zien, behalve de kettinghond,
die te keer ging alsof zijn staart in brand stond. Michiel ging naar binnen.
Niemand op de deel. Niemand in de heerd.(Oorlogswinter, p. 31)
Dit stukje tekst laat zien dat in Oorlogswinter veel
uitdrukkingen en woorden voorkomen die we heden ten dage niet meer gebruiken.
Toch zal dat voor velen geen belemmering zijn om het boek te lezen. Wellicht is
dat juist wel de kracht van Terlouw.
Ik kan me daarom heel goed indenken dat de
mentorleerlingen van Ime dit boek als zeer leerzaam hebben ervaren. De
leerlingen op die leeftijd hebben, buiten eventueel statushouders, nooit een
oorlog meegemaakt. Ze kennen de verhalen en beelden alleen maar via de diverse
media. Jan Terlouw (be)schrijft dit verhaal op zo’n manier dat het voelt alsof
je zelf middenin het verhaal zit. Hij weet de spanningsboog in het verhaal op
de juiste manieren te raken. Tijdens het lezen is het net of je met het verhaal
van Michiel meedoet. Dat beschrijft Ime in haar recensie op een hele goede
manier.
Je schrijft in jouw recensie over de dillema’s die hoofdrolspeler Michiel
tegenkomt. Deze kunnen voor onze leerlingen inderdaad heel erg leerzaam zijn. Niet
dat ze dezelfde dillema’s zullen tegenkomen als Michiel, maar vanzelfsprekend
komen ze in de loop van hun leven ook voor de nodige dilemma’s te staan.
Wellicht putten ze de nodige inspiratie uit dit boek.
‘Ik heb een probleem.’
‘Ik ook’, zei Dirk.
‘Wel zes. Wat is het jouwe?’
‘Mijn geld is op. En
ook al zijn de boeren hier geen afzetters, ik moet ze toch iets betalen voor
wat ik bij ze haal’. (Oorlogswinter, p. 118)
Net als Ime heb ik dit boek als introductie gebruikt voor
een lessencyclus. Hierna werd van de leerlingen verwacht dat ze in groepen een
bepaald onderdeel van de Tweede Wereldoorlog uitwerkten. Eén groepje koos voor
de oorlogswinter, een ander voor Hitler en weer een ander voor de slag om
Arnhem. De werkstukken, powerpoints en posters die de groepen hadden gemaakt werden
hierna klassikaal gepresenteerd.
Als ze verder
slenteren, zegt Dirk verontschuldigend tegen Michiel: ‘Het heeft immers geen
zin erover te praten.’
‘Nee, ‘ zegt
Michiel, ‘het heeft geen zin. Eén ding heeft maar zin.’
‘Wat dan?’
‘Nooit meer in een
oorlog vechten, alleen nog tegen oorlog.’
‘Zo is het,’ zegt
Dirk. (Oorlogswinter, p. 179)
Ik zou dit boek ook classificeren onder ‘adolescenten’.
De reden geeft Ime keurig weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten