Graag reageer ik op de recensie van Pia op de jaarlijkse uitgave van 'Doe Maar Dicht Maar', waarin poëzie voor en door jongeren staat. Zelf heb ik de bundels uit 2001 en 2003 in huis. Net als Pia ben ik enthousiast over dit jaarlijks terugkerend fenomeen. Vooral het aspect 'voor en door jongeren' kan ik zelf ook erg waarderen.Het staat inderdaad dicht bij de leefwereld van jongeren, zonder dat hier moeite voor is gedaan. Dit komt heel puur over. De intentie van de poëzie komt hiermee veel beter tot zijn recht. De schrijver heeft geen moeite hoeven doen zich te verplaatsen in de leefwereld van de jeugd, de schrijver zet datgene op papier wat hij op papier wil zetten en bereikt hiermee automatisch dit publiek.
Net als Pia ben ik enthousiast over de diversiteit van de onderwerpen. Ik vind dat dit een mooi karakteriserend eigenschap is van de 'Doe Maar Dicht Maar' bundels. Deze diversiteit is zeker toe te schrijven aan de kundige jury die elk jaar een selectie moet maken uit duizenden inzendingen en ook nog eens in verschillende categorieën winnaars moet uitroepen. Ik vind dat de jury oog heeft voor talent, ook als is dit talent zeer divers. Om maar eens twee voorbeelden te noemen:
'Kleine kindervoeten onder een
deken van verhaaltjes, onrustig
trappelend met veelvuldig
waarom
vraagtekens spelen aan het
eind van elke zucht, wachtend
op misschien nog een keer
omdat
zachtjes dromend wissen de antwoorden
de onschuld uit zijn ogen
Ernst Kuiper, 16 jaar
winnaar extra prijs, categorie 16 t/m 18 jaar' (Doe maar dicht maar 2001, pag. 54)
De intensiteit en de heftigheid van dit gedicht neemt met elke nieuwe regel toe. De manier waarop de regels worden afgebroken vergroot dit gevoel. Ik verbaas me over de heftigheid en tegelijk de kwaliteit van dit gedicht, geschreven door een 16 jarige. Ik wil dit gedicht vergelijken met de winnaar van dezelfde categorie 16 t/m 18 jaar uit dezelfde bundel,
'Huis
Een bloemknop opent
ik teken een raam
misschien zou men van achter dit raam
anders kunnen kijken
Een kat opent zijn ogen
ik teken een deur
misschien dat er achter deze deur
een nieuwe wereld is
Een mus vliegt
ik teken een dak
misschien dat er onder dit dak
een huis is,
voor mij
een huis gevuld met mij
Ghazal Hamidian, 16 jaar (Doe maar dicht maar 2001, pag. 78)
Ik vind beide gedichten thuishoren in de bundel en ik begrijp van beide gedichten dat ze een winnaar zijn. Maar ik vind ze niet met elkaar te vergelijken. Daarom prijs ik de jury voor hun selectie en hun oog voor schoonheid en diversiteit.
Ik denk dat de diversiteit in de bundel recht doet aan de diversiteit aan jongeren die de bundel leest.
'Doe Maar Dicht Maar' is een geweldig initiatief om poëzie de scholen in te krijgen. Docenten krijgen op een laagdrempelige manier de kans om poëzie in hun lessen te gebruiken en leerlingen te enthousiasmeren voor poëzie. Het wedstrijdelement geeft een extra dimensie aan het bezig zijn met poëzie in het onderwijs.
Welkom op de fictieblog van groep D1B, cohort 2015-2016. Docent Arjen Speekenbrink
Posts tonen met het label Doe Maar Dicht Maar. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Doe Maar Dicht Maar. Alle posts tonen
donderdag 31 maart 2016
dinsdag 29 maart 2016
Recensie ‘Doe Maar Dicht Maar’ door Pia (NeD1b)
Gegevens boek
Redactie: Inge Kappert, Sigrid Leeuwerik
Titel: Doe
Maar Dicht Maar
Uitgavejaar: 2014
Uitgever: Clavis,
Amsterdam
Beschrijving
Sinds 1985 organiseert de stichting ‘Doe Maar Dicht Maar’
jaarlijks een poëziefestival voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 19 jaar in
Nederland en Vlaanderen. Hoe wordt het jonge dichttalent in de praktijk
gemotiveerd om te dichten en vervolgens ontdekt? Middelbare scholen kunnen bij
de stichting een docentenhandleiding aanvragen. Aan de hand van deze
handleiding krijgen duizenden leerlingen van alle schooltypen, van brugklas tot
examenklas, les in het schrijven van gedichten. De leerlingen kunnen hun
gedichten inzenden en van die mogelijkheid wordt gretig gebruikgemaakt:
gemiddeld ontvangt de stichting per jaar 1500 gedichten.
Alle gedichten worden door een vakjury en een jongerenjury
beoordeeld. Op het poëziefestival worden de beste tien inzendingen
voorgedragen. De honderd beste gedichten worden jaarlijks gepubliceerd in de
gedichtenbundel ‘Doe Maar Dicht Maar’.
Persoonlijk waardeoordeel
“Jongeren in aanraking brengen met poëzie om hen de
schoonheid van taal te laten zien en hen kennis te laten maken met de
mogelijkheden die taal biedt om gevoelens te uiten”.
Zoals de website vermeldt, is dat een van de doelen van
stichting poëziepaleis, waarbinnen stichting Doe Maar Dicht Maar gehuisvest is.
Bladerend, lezend, ben ik geraakt door de diversiteit van
onderwerpen en dichtvormen. De doelstelling is in elk geval met de uitgave van
2014, het boekje dat ik gekozen heb, gehaald. Hoe knap en bijzonder de
gedichten zijn! Na een interessant gesprek met de bibliothecaris van de
jeugdafdeling van de bibliotheek in Roermond heb ik voor dit bundel gekozen
omdat de gedichten niet voor maar door de doelgroep (jongeren) geschreven
zijn. Geen moeilijk verplaatsen in de wereld van de jongere, geen educatieve of
pedagogische achterliggende gedachten…nee, de jongere beschrijft wat hem
bezighoudt, in zijn taal, met zijn mogelijkheden. De enige intentie lijkt de
behoefte om zich mede te delen, om op een bijzondere, haast ingetogen manier,
namelijk poëtisch, te zeggen wat gezegd moet worden.
De jongeren in de leeftijd tussen 13 en 19 jaar proberen al
begrijpend het leven in begrepen banen te leiden. Dat is voor volwassenen vaak
al een hele opgave, in de levensfase van de jonge dichter is deze opgave extra
moeilijk. Poëzie biedt ook jongeren een vorm om het niet begrijpen te erkennen,
een manier om het onbegrip op te vangen.
Daarbij lopen werkelijkheid en fantasie door elkaar heen in
korte zinnen, enkele woorden, in rijm en klank en ritme…kortom in poëtische
taal. In de beperktheid van een gedicht heeft elk woord, elke ‘techniek’ een
plaats. Geen woord te veel, geen woord te weinig. Elk teken, ook de witregel,
heeft een betekenis. Dat maakt poëzie, veel meer dan proza, interpretabel en
ook geheimzinnig. Het is voor elke lezer een zoektocht naar de uiteindelijke
betekenis, die hij soms wel en soms niet vindt.
De jonge dichters laten zien dat zij dit goed begrepen
hebben. Geen woord te veel en geen woord te weinig!
Ik ben jaloers op iedereen die de kunst van het dichten
verstaat. Dat zou ik ook wel willen kunnen! Gelukkig zijn er heel veel
gedichten om van te smullen. De bundels van ‘Doe Maar Dicht Maar’ zijn daar
zeker een mooi voorbeeld van. Ik raad je aan om ze te lezen! Ze lenen zich ook uitstekend
om in de klas poëzie dichter bij jongeren te brengen. Ik ga de
docentenhandleiding in elk geval bestellen!
Ik kan niet kiezen, maar doe het toch…mijn enthousiasme
illustreer ik met een voorbeeld uit de dichtbundel.
Nevermind van Maaike Rijntjes, 16 jaar
ik heb zes graven in mijn tuin,
van twee honden, drie konijnen
en een meisje,
want dat is hoe de dingen gaan:
je trekt je eigen thee in plaats van
je eigen plan,
vergeet telkens de planten water
te geven, knipt vleugels van vlinders,
schrijft brieven op servetten in dure
restaurants, leent namen van
vreemden,
plakt gedichten op je spiegel tot je
jezelf erin kunt zien
en op een dag dan schrijf je
achter in de tuin je eigen graf.
Bronnen:
Coillie,
J. (2012). Leesbeesten en boekenfeesten.
Leuven: Davidsfonds
Kappert,
I. Leeuwerik, S. (2014). Doe Maar Dicht
Maar. Amsterdam: Clavis
Spelbrink, H., De Graaff, W.
(1997). De wereld van het kinderboek.
Groningen: Wolters-Noordhoff
Abonneren op:
Posts (Atom)