Posts tonen met het label Joost Zwagerman. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Joost Zwagerman. Alle posts tonen

maandag 9 mei 2016

Recensie gedichtenbundel "Wakend over God"van Joost Zwagerman door Ewald Hermsen


Titel: Wakend over God
Auteur: Joost Zwagerman
Jaar van uitgave: 2016
Uitgeverij: Hollands Diep, Amsterdam


Samenvatting:

Joost Zwagerman heeft met de bundel "Wakend over God" zijn laatste boek geschreven. Hij pleegde zelfmoord op 8 september 2015 in zijn woonplaats Haarlem. De gedichtenbundel beschrijft, gezien door de ogen van een naamloze ik, zijn gevecht met God, het geloof en zijn plaats in Gods schepping. Joost schrijft er in een mailcontact met kunstenaar Marc Mulders het volgende over:


16 mei 2015: "Intussen moet ik je bekennen dat deze nieuwe gedichten, gefocust op mijn worsteling met Hem, het allerpersoonlijkste en -intiemste is dat ik ooit schreef (al kun je natuurlijk nooit jezelf en je creaties echt goed beoordelen). Tien jaar geleden had ik deze gedichten niet kunnen of durven schrijven. Nu, de vijftig voorbij, ben ik ook de schaamte voorbij, d.w.z. de schaamte om in een steeds meer van God los rakende samenleving het gesprek met God aan te gaan, zonder direct naar zijn gunsten te dingen."  (1.)


Marc Mulders heeft bij 12 gedichten illustraties gemaakt, verschenen in een kunstuitgave van 99 editions, een serie van 99, inmiddels uitverkochte, gesigneerde bundels. (zie onderstaande illustratie) (2.)

Misschien geeft het gedicht Meester het beste de inhoud weer:

Meester stelt in de klas een vraag.

Jij bent niet in die klas.
Je moet wachten, op de gang.

'Wanneer is iets kunst?'
De kinderen schrijven een antwoord op.
Tom/Kick: Als het mooi is.
Max: Als het zomer is.
Bodhi: Als het een beetje cool is.
Ebba: Als je in een museum bent.
Jules: Als het licht geeft.
Selma: Als je je best hebt gedaan.
Quirijn/Kesso: Als iets glimt.

Jouw antwoord doet niet mee.
'Als God Zijn zegen geeft.'

Altijd sta je te wachten,
en altijd is het wachten
op een langer wachten.

Meester laat je achter in de gang.
Je staat er nog, nu al zo lang.

(blz. 80) (3.)