Posts tonen met het label gedichten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gedichten. Alle posts tonen

zondag 8 mei 2016

Recensie gedichtenbundel Patrick Boekhout 'Tussen zon en maan'



Naam gedichtenbundel: Tussen zon en maan
Samengesteld door: Herman Kakebeeke
Jaar van uitgave: 2002
Plaats van uitgave: Tielt

Beknopte samenvatting:
De auteur heeft de bundel samengesteld voor volwassenen, maar deze zijn ook goed leesbaar voor jongeren. In de bundel komen alle stadia van het leven voorbij: van de geboorte tot aan de dood. De titel staat voor het opkomen van de zon en het opkomen van de maan. Met enige fantasie kan men daar elk gedicht aan koppelen.
Er wordt hier stilgestaan bij menselijke eigenschappen, kwaliteiten en kenmerken. In deze 129 bladzijden heeft Kakebeeke veel verschillende auteurs gebruikt.

Mijn mening over de bundel:
Ik ben niet de grootste fan van poëzie en gedichten, maar ik vond deze bundel leuk om te lezen. De thema’s die gekozen zijn, zijn ook goed te herkennen in de gedichten die bij het thema horen. Na het eerste hoofdstuk heb ik telkens mijn hand op de bladzijde gelegd met de titel van het nieuwe hoofdstuk en telkens kon ik achteraf goed uitleggen wat nu precies het thema was. Nu moet ik wel als kanttekening plaatsen dat sommige titels zou breed zijn, dat je er af en toe wel erg in de buurt kan zitten.
Maar de brede thematisering en titellering van de hoofdstukken zorgt er ook voor dat een breed scala aan gedichten kan worden gebruikt. Wanneer we het over het thema ‘geboorte’ in de naam van ‘zoals het is geworden’ hebben, komen de interessantste gedichten voorbij. Zo kan dit letterlijk terugkomen:

Echo’s voor later
De tijd maakt een lus
In het water van moeder
De dochter en de zus
(p.14)

Maar dit kan ook symbolischer:

Maar oor van nu kan niet horen
En mijn oog van nu kan niet zien.
(p.19)

Het gedicht dat mij het meest aansprak was het gedicht ‘Weggaan’ (p.116).
De mooiste passage vind ik:

Weggaan kun je beschrijven als
een soort van blijven. Niemand
wacht want je bent er nog.
Niemand neemt afscheid
want je gaat niet weg.

Ik vind dit juist het mooiste gedicht omdat dit volgens mij slaat op het fysieke weggaan tegenover het psychische weggaan. Iemand kan fysiek weggaan, maar kan altijd bij je blijven in gedachten.

De doelgroep

Zoals Kakebeeke al aangeeft, is de bundel ook zeer geschikt voor jongeren. Ik zou deze bundel geschikt achten voor vmbo-k en hoger. De woorden zijn op zich nog goed te begrijpen voor die leeftijdscategorie, maar ik denk dat stukken zoals ‘in paleizen die tot gevangenissen leiden en verbodener nog had ik je lief’ (p.77) vrij lastig te begrijpen zijn voor het onderste gedeelte van het vmbo

dinsdag 29 maart 2016

Reactie op de recensie "Ik zoek een woord" van Helen Uijlenbroek door Erik Vloedgraven



Reactie op de recensie "Ik zoek een woord" van Helen Uijlenbroek door Erik Vloedgraven

Net als Helen (en een groot aantal andere medestudenten) heb ik de dichtbundel ‘Ik zoek een woord’ van Hans en Monique Hagen gelezen. Net als een aantal andere medestudenten kwam ik bij deze dichtbundel uit door de recensie van Helen. Dat ik die recensie las en daardoor bij de dichtbundel uitkwam, is voor mij een groot geluk; ik heb genoten van de dichtbundel.

Helen beschrijft onder het kopje ‘Mijn mening’  dat ze vooral geniet van gedichten met tekeningen of humor erin. Qua humor is er genoeg te kiezen in de bundel ‘Ik kies een woord’. Dat zorgde ervoor dat ik, ondanks dat ik weinig poëzie heb gelezen in mijn leven, erg genoten heb van deze bundel. De humor maakt deze bundel geschikt voor mensen die voor het eerst met poëzie in aanraking komen. Mede daarom vind ik de bundel net als Helen uitstekend geschikt voor leerlingen op de middelbare school. Ik ga zeker een aantal gedichten gebruiken in mijn lessen poëzie in de onderbouw. Eén van de gedichten waar ik het meest van genoot was van Gil van der Heyden en heet ‘Briefje’:

                ‘Briefje geschreven.
                Tot een propje gedraaid.
                Achter de rug van de leraar
                in haar richting gemikt.

                Karin zien knikken.
                Briefje in haar hand.
                Gelezen dat ik vroeg:
                ‘Schat, loop je nu met mij?’

                Warm en rood geworden.
                Van zenuwen pukkel opengekrabd.
                Karin verdomme.
                Briefje was voor Els bestemd.’ (Ik zoek een woord, p.134)

Gedichten als deze zorgden ervoor dat ik de bundel met een glimlach op mijn gezicht heb uitgelezen. Toch zitten er ook zwaardere gedichten in de bundel. Deze zijn bruikbaar om maatschappelijke thema’s bespreekbaar te maken. Zo is het gedicht ‘Recht op vrije meningsuiting’ (Ik zoek een woord, p. 110) heel bruikbaar om de recente terroristische aanslagen te bespreken. Daarbij is genoeg ruimte om nuance aan te brengen en respectvol te praten over actualiteit. Daar is poëzie zeer geschikt voor.

Doordat deze bundel serieuze gedichten en speelse gedichten met humor bevat, is deze bundel zoals Helen al aangaf voor brede lagen van de bevolking uitstekend bruikbaar. Daardoor kan ik deze bundel gebruiken in mijn eerste klas VMBO-HAVO en in mijn derde klas HAVO. Ik hoop dat mijn leerlingen dan net zoveel plezier aan poëzie beleven als ik had tijdens het lezen van deze bundel.

vrijdag 4 maart 2016

Het moest maar eens gaan sneeuwen - Tjitske Jansen


Titel: Het moest maar eens gaan sneeuwen
Auteur: Jansen, Tjitske
Uitgeverij: Amsterdam, Podium
Jaar van uitgifte: 2003

Het moest maar eens gaan sneeuwen is de debuutbundel van Tjitske Jansen (1971). Nog voordat ze debuteerde, was ze al vaak te gast op literaire festivals en won ze in 2001 de Amsterdamse poetry slam-wedstrijd. Deze bundel is een groot succes geworden. Op de voorkant zie je een meisje met een duikbril op. In een eerder interview heeft Tjitske gezegd dat dit een foto van haarzelf als zesjarige is, maar in een ander interview ontkende ze dat. In ieder geval is de ik-figuur bij haar vaak een kind en lijken de gedichten een uitlaatklep voor haar eigen (pijnlijke?) jeugdervaringen. Tjitske is namelijk vanaf haar twaalfde opgegroeid bij pleeggezinnen. Misschien dat ze daarom wel vlucht in sprookjesachtige gedichten, maar dan zonder happy end.

DE STIEFMOEDER

Kleed je uit.
Buig je hoofd.
Kijk me aan
als ik je met een natte dweil in het gezicht sla.
Je denkt dat je een prinses bent
een prins zal je komen halen
maar alle prinsen
op paarden
die jou komen halen
zullen zijn als ik.

(p.29)

Het lyrisch ik is in dit geval de stiefmoeder, die zich richt tot de stiefdochter. De prins op het witte paard is een cliché voor de ware liefde, maar alle prinsen op paarden (...) zijn als ik wil zeggen dat haar toekomstige man haar ook slecht/als een voetveeg zal behandelen. Het gedicht doet me denken aan het sprookje van Assepoester met de boze stiefmoeder. Sprookjeselementen zijn: de prinses, prinsen op paarden (alliteratie) en de stiefmoeder. In tegenstelling tot andere sprookjes is de afloop van dit gedicht niet gelukkig. Een beetje een anti-climax. De eerste twee korte versregels van ieder drie woorden bekrachtigen de bevelen. Geen woord teveel: Kleed je uit (vernedering). Buig je hoofd (onderdanig) en dan als paradox Kijk me aan (enjambement, waardoor het een paradox leek, want ik moest toch mijn hoofd buigen?) als ik je met een natte dweil in het gezicht sla. Het lyrisch ik vindt dat het meisje teveel kapsones heeft (Je denkt dat je een prinses bent) en de ultieme vernedering is zowel fysiek als verbaal. Alle hoop op een betere toekomst wordt de stiefdochter ontnomen.

De gedichten in de deze bundel variëren van eenvoudig tot gecompliceerd, van drie versregels tot drie pagina's. Ook de vorm is variabel: de bundel begint met een soort haiku en bevat vrije verzen, gedichten in strofen en prozagedichten. Af en toe gebruikt ze binnenrijm, klankrijm of eindrijm.
Vaak is in de gedichten een ik-figuur aan het woord, die in begrijpelijke, ongekunstelde taal verslag doet van een wonderlijke gebeurtenis of een bijzondere ervaring. Soms gebruikt Tjitske een ongewoon perspectief, bijvoorbeeld vanuit een kastanje (p.26 en 27), maar ik zie het (vooral de laatste strofe*) als een metafoor voor iemand die niet volwassen had willen worden, maar er uiteindelijk toch in berust.

*   Ik heb het opgegeven 
     te zijn zoals ik ben.
     Ik groei maar mee
     met wie ik worden zal.
     Af en toe hoor ik 
     dat iemand zegt
     hoe mooi ik ben.
     In mijn schaduw
     gebeuren dingen
     die de moeite waard zijn. 

Haar tweede bundel, Koerikoeloem (2007), gaat over een voormalig pleegkind afrekent met een ongelukkige jeugd. Elke tekst uit Koerikoeloem begint met een variatie op de zin ‘Er was eens’:
‘Er was de troep onder de tafels op de kleuterschool’, ‘Er was de tante die bij me in bed kwam liggen’, enzovoorts. Ook hier komen veel sprookjesfiguren in voor en schrijft Tjitske over pleegvaders en -gezinnen. Omdat op p.36 'ik geef hem aan Tjitske' staat, ga ik ervan uit dat het veelal autobiografisch is. De schrijfster verwoordt zielige, maar ook herkenbare en grappige situaties en weet moeiteloos verdriet met humor of fantasie te combineren. Ze is in mijn ogen vernieuwend in haar manier van schrijven en heeft een geheel eigen stijl, die heel toegankelijk is. Vandaar dat ik na Het moest maar eens gaan sneeuwen ook Koerikoeloem heb gekocht. Het zijn mijn eerste twee dichtbundels.


Ikzelf vind het prettig dat ze begrijpelijke poëzie in eenvoudige spreektaal schrijft en denk dat deze bundel, Het moest maar eens gaan sneeuwen, daarom ook heel geschikt is om jongeren enthousiast te maken voor poëzie.