vrijdag 4 maart 2016

Het moest maar eens gaan sneeuwen - Tjitske Jansen


Titel: Het moest maar eens gaan sneeuwen
Auteur: Jansen, Tjitske
Uitgeverij: Amsterdam, Podium
Jaar van uitgifte: 2003

Het moest maar eens gaan sneeuwen is de debuutbundel van Tjitske Jansen (1971). Nog voordat ze debuteerde, was ze al vaak te gast op literaire festivals en won ze in 2001 de Amsterdamse poetry slam-wedstrijd. Deze bundel is een groot succes geworden. Op de voorkant zie je een meisje met een duikbril op. In een eerder interview heeft Tjitske gezegd dat dit een foto van haarzelf als zesjarige is, maar in een ander interview ontkende ze dat. In ieder geval is de ik-figuur bij haar vaak een kind en lijken de gedichten een uitlaatklep voor haar eigen (pijnlijke?) jeugdervaringen. Tjitske is namelijk vanaf haar twaalfde opgegroeid bij pleeggezinnen. Misschien dat ze daarom wel vlucht in sprookjesachtige gedichten, maar dan zonder happy end.

DE STIEFMOEDER

Kleed je uit.
Buig je hoofd.
Kijk me aan
als ik je met een natte dweil in het gezicht sla.
Je denkt dat je een prinses bent
een prins zal je komen halen
maar alle prinsen
op paarden
die jou komen halen
zullen zijn als ik.

(p.29)

Het lyrisch ik is in dit geval de stiefmoeder, die zich richt tot de stiefdochter. De prins op het witte paard is een cliché voor de ware liefde, maar alle prinsen op paarden (...) zijn als ik wil zeggen dat haar toekomstige man haar ook slecht/als een voetveeg zal behandelen. Het gedicht doet me denken aan het sprookje van Assepoester met de boze stiefmoeder. Sprookjeselementen zijn: de prinses, prinsen op paarden (alliteratie) en de stiefmoeder. In tegenstelling tot andere sprookjes is de afloop van dit gedicht niet gelukkig. Een beetje een anti-climax. De eerste twee korte versregels van ieder drie woorden bekrachtigen de bevelen. Geen woord teveel: Kleed je uit (vernedering). Buig je hoofd (onderdanig) en dan als paradox Kijk me aan (enjambement, waardoor het een paradox leek, want ik moest toch mijn hoofd buigen?) als ik je met een natte dweil in het gezicht sla. Het lyrisch ik vindt dat het meisje teveel kapsones heeft (Je denkt dat je een prinses bent) en de ultieme vernedering is zowel fysiek als verbaal. Alle hoop op een betere toekomst wordt de stiefdochter ontnomen.

De gedichten in de deze bundel variëren van eenvoudig tot gecompliceerd, van drie versregels tot drie pagina's. Ook de vorm is variabel: de bundel begint met een soort haiku en bevat vrije verzen, gedichten in strofen en prozagedichten. Af en toe gebruikt ze binnenrijm, klankrijm of eindrijm.
Vaak is in de gedichten een ik-figuur aan het woord, die in begrijpelijke, ongekunstelde taal verslag doet van een wonderlijke gebeurtenis of een bijzondere ervaring. Soms gebruikt Tjitske een ongewoon perspectief, bijvoorbeeld vanuit een kastanje (p.26 en 27), maar ik zie het (vooral de laatste strofe*) als een metafoor voor iemand die niet volwassen had willen worden, maar er uiteindelijk toch in berust.

*   Ik heb het opgegeven 
     te zijn zoals ik ben.
     Ik groei maar mee
     met wie ik worden zal.
     Af en toe hoor ik 
     dat iemand zegt
     hoe mooi ik ben.
     In mijn schaduw
     gebeuren dingen
     die de moeite waard zijn. 

Haar tweede bundel, Koerikoeloem (2007), gaat over een voormalig pleegkind afrekent met een ongelukkige jeugd. Elke tekst uit Koerikoeloem begint met een variatie op de zin ‘Er was eens’:
‘Er was de troep onder de tafels op de kleuterschool’, ‘Er was de tante die bij me in bed kwam liggen’, enzovoorts. Ook hier komen veel sprookjesfiguren in voor en schrijft Tjitske over pleegvaders en -gezinnen. Omdat op p.36 'ik geef hem aan Tjitske' staat, ga ik ervan uit dat het veelal autobiografisch is. De schrijfster verwoordt zielige, maar ook herkenbare en grappige situaties en weet moeiteloos verdriet met humor of fantasie te combineren. Ze is in mijn ogen vernieuwend in haar manier van schrijven en heeft een geheel eigen stijl, die heel toegankelijk is. Vandaar dat ik na Het moest maar eens gaan sneeuwen ook Koerikoeloem heb gekocht. Het zijn mijn eerste twee dichtbundels.


Ikzelf vind het prettig dat ze begrijpelijke poëzie in eenvoudige spreektaal schrijft en denk dat deze bundel, Het moest maar eens gaan sneeuwen, daarom ook heel geschikt is om jongeren enthousiast te maken voor poëzie.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten