zondag 28 februari 2016

Esther Gerritsen, Dorst


Gegevens boek
auteur:                                   Esther Gerritsen
jaar van uitgave:                    2012
titel:                                        Dorst (5e druk, 2013)
plaats van uitgave:                 Breda
uitgeverij:                               De Geus





Korte samenvatting

Elisabeth de Wit komt op de Amsterdamse Overtoom bij toeval haar dochter tegen. Ze vertelt haar, een tikje onbeholpen, dat ze binnenkort doodgaat omdat ze kanker heeft. Coco, de dochter woont al lang niet meer thuis. Ze woont bij haar veel oudere vriend, Hans en studeert Russisch. Ze is verontwaardigd dat haar moeder de straat gekozen heeft om dat grote nieuws aan haar te vertellen.  Bovendien is ze niet de eerste die dit nieuws hoort: Elisabeth heeft namelijk als eerste haar kapper deelgenoot gemaakt van dit het schokkende nieuws. Coco vertelt twee dagen later, tijdens een etentje bij de Chinees aan haar vader en stiefmoeder dat Elisabeth kanker heeft. Ze maakt ook het nieuws bekend dat ze bij haar moeder zal intrekken om haar te verzorgen.  Haar moeder is niet blij met haar beslissing maar accepteert het omdat ze vindt dat een moeder daar blij mee hoort te zijn. De relatie tussen moeder en dochter verloopt moeizaam en ze komen nooit tot een bevredigend gesprek, beiden worstelen met de eenzaamheid. Coco heeft veel verwijten en denkt dat haar moeder autistisch is omdat ze een intensere relatie tot haar spullen heeft dan tot de  mensen rondom hen heen. Uiteindelijk sterft de moeder zonder dat ze ooit tot elkaar zijn gekomen.


Recensie

Het boek Dorst draait om de relatie tussen moeder en dochter. Het verhaal wordt verteld vanuit twee perspectieven: vanuit de moeder Elisabeth en vanuit de dochter Coco. Het gaat niet over een warme liefdevolle relatie maar over de onmacht een betekenisvolle relatie aan te gaan, met wie dan ook. Moeder en dochter zien elkaar vrijwel nooit totdat moeder, en passant, vertelt dat haar dagen geteld zijn en ze spoedig zal sterven. Dat doet Coco besluiten de laatste dagen met haar moeder door te brengen, niet omdat het moet, maar omdat het (nog) kan. Ze hoopt zo tot een werkelijk contact te komen, de relatie te verdiepen en om een antwoord te krijgen op vragen uit het verleden. Wanneer moeder en dochter bij elkaar zijn, blijkt er eigenlijk geen relatie te zijn: ze kennen elkaar nauwelijks en zijn niet in staat tot wederzijds begrip. Zowel moeder als dochter zijn verkrampt in de relatie. Beiden doen ze de dingen omdat ze nu eenmaal zo horen, echter ontbreekt bij allebei een diepere intentie. Elisabeth is een eenzame, in zichzelf gekeerde vrouw die moeizaam contacten onderhoudt en ze  moeilijk aangaat. Het enige contact lijkt haar kapper te zijn. Ze neemt deze als eerste in vertrouwen om te vertellen over haar terminale kanker. Verder komen in het boek weinig andere mensen voor die je als vrienden zou kunnen betitelen. Dochter Coco is ondanks haar leeftijd van 23 een puber die op zoek is naar haar eigen grenzen. Ze is een bodemloze put wanneer het gaat om gevoelens, ze voelt niets en ze probeert haar gevoel te forceren met mateloosheid en bandeloosheid op het gebied van seks, maar ook met eten en drinken. Vandaar ook de titel Dorst: een onstilbare drang naar eten, drinken, liefde en leven. Haar gebrek aan grenzen wordt weerspiegeld in haar dik zijn. Dit staat  in schril contrast tot de tengerheid van haar moeder waarmee de afstand tussen de twee nog eens extra benadrukt wordt. Het "dik zijn" van Coco  is een steeds terugkerend motief het draagt niet bij aan de ontwikkeling van het verhaal maar is een belangrijk betekeniselement. Het wordt niet als een primair probleem beschreven maar is een symptoom van haar leeg en eenzaam zijn. De onbevredigende relatie met haar moeder speelt hierin een belangrijke rol. Die leegte wil ze weg eten,.. het zogenaamde “troosteten” is een uiting van haar onvrede. Dit blijkt al uit een fragment op één van de eerste bladzijden uit het boek waar Coco moet dealen met de boodschap van de terminale ziekte van haar moeder.

..niet dat ze had verwacht dat emoties haar het fietsen op zo’n moment onmogelijk zouden maken, ze is verre van sentimenteel, maar toch verlangt ze naar een passende daad. Ze wil er graag bij stil staan en dit gevoel lijkt toch echt wel op honger. Zover is het niet terug naar de snackbar in de Kinkerstraat die raspatat serveert. Als ze de snackbar nadert … weet ze dat het gevoel in haar maag geen verliefdheid is en geen honger maar paniek,…. (Dorst, p.15)

Persoonlijk vind ik het een aangrijpend boek vanwege de beeldende beschrijvingen. De beschrijvingen en het taalgebruik brengen zo’n beklemmende gevoel van onmacht teweeg dat je zou willen ingrijpen en een goed woordje doen voor de moeder of de dochter. Je zou ze net dat ene duwtje willen geven dat ze nodig hebben om nader tot elkaar te komen. Gerritsen weet op treffende wijze de onbeholpenheid van twee personen in een relatie neer te zetten zoals in de volgende passage.
Daar ben ik zegt de dochter. Ja daar is ze. Een grote vrouw met een koffer in haar portiek,…… Ze stapt opzij om haar dochter  binnen te laten. Ze drukt zich tegen de muur aan om ruimte te maken voor het grote dochterlichaam. (Dorst, p.47)
De vraag is natuurlijk of je dit boek aanbiedt als adolescentenliteratuur. Ik ben het boek gaan lezen omdat het bij mijn dochter op de verplichte (keuze)leeslijst stond voor haar eindexamenjaar.  Hoewel mijn dochter het boek door de vele dialogen, langdradig en statisch vond, denk ik dat het thema deze doelgroep wel kan aanspreken omdat bijna iedereen met een moeder-kind relatie te maken heeft. Het boek is goed leesbaar en heeft geen al te ingewikkelde structuur ondanks dat het verteld wordt vanuit twee perspectieven. Toch, om als adolescent plezier aan dit boek te beleven, moet je wellicht wat meer levenservaring hebben of wat meer over het leven hebben nagedacht.



1 opmerking:

  1. Reactie op de recensie van "Dorst" van Gemma Peters - door Raimond Jans

    Net als Gemma en Jet, heb ik ook het boek ‘dorst’ gelezen. Dit is geen boek dat ik snel zou nemen. Het genre spreekt mij in mindere mate aan. Gemma en Jet hadden een mooie beschrijving gegeven van het boek en hierdoor ben ik nieuwsgierig geworden. Het is inderdaad een aangrijpend boek, zeker gezien het zware onderwerp ‘terminaal ziek zijn’. Toch is dit feitelijk gezien maar een bijzaak in het verhaal. Gemma beschreef het al heel mooi: ‘Het gaat niet over een warme liefdevolle relatie maar over de onmacht een betekenisvolle relatie aan te gaan, met wie dan ook.’ Zoals al is vermeld, komen Coco en Elisabeth elkaar toevallig tegen op de Overtoom. Ze hebben elkaar al een behoorlijke tijd niet gezien en Elisabeth vertelt haar over de ziekte die ze heeft. Coco wil de tijd die ze nog met haar moeder heeft optimaal besteden en ze besluit om bij Elisabeth in te trekken. De relatie tussen die twee verloopt erg stroef, net als vroeger. Ik heb getwijfeld aan het motief van Coco om bij Elisabeth te zijn. Enerzijds wil ze graag de tijd zo goed mogelijk spenderen, maar je merkt in alles dat er nog veel oud zeer zit. Het lijkt een poging om dit op te helderen en te verwerken. Enerzijds doordat Elisabeth autistisch is, maar anderzijds omdat Coco niet echt van goede wil is, wordt deze relatie niet gelijmd. Dat is ook meteen de tragiek van het verhaal, omdat mijn gevoel hoopte op een samensmelting tussen die twee. Coco is zeer onevenwichtig en kan met haar gevoel geen kant op. Er rest haar niets anders dan haar frustratie te botvieren op eten, zuipen en neuken. Dat hunkeren naar die momenten maakt haar ‘dorstig’.

    Door Jet werd al uitvoerig stil gestaan bij de schrijfstijl van Esther Gerritsen. Ze maakt heel veel gebruik van dialogen. Voor de beleving vind ik dat heel erg prettig. Hier een voorbeeld van een dialoog bij de kapper:

    ‘Beetje in laagjes,’ zegt Elisabeth,
    ‘ik laat het lang groeien.’
    ‘Je laat het weer lang groeien?’
    ‘Ja’, zegt ze.
    ‘Dat kan wel even duren.’
    ‘Binnen twee jaar is het lang.’
    ‘Ja,’ zegt de kapper, ‘binnen twee jaar wel.’
    Ze kijken samen in de spiegel. Hij houdt zijn hoofd wat schuin.
    ‘Wat zegt de dokter?’
    ‘Dat ik het moet delen.’
    ‘En doe je dat?’
    ‘Ik vind dat moeilijk.’
    ‘Ja?’
    ‘Ja.’
    ‘Was ik het eerst even.’
    ‘Het is net gewassen.’
    ‘Waarom doe je dat nou?’
    ‘Ja, stom hè?’
    ‘Het moet tóch natgemaakt.’
    Hij schuift de wastafel onder haar hoofd.
    ‘Hoe is het op de zaak?’
    ‘Druk hè? KunstRAI volgend weekend.’
    ‘En gaat dat nog?’
    ‘Nu even niet, hè.’
    ‘Nee, nu even niet.’
    ‘Ik tril.’
    ‘Ik zag het.’
    ‘Anders kon het wel.’
    Hij zet de sproeier aan.
    ‘Is het te heet?

    (Dorst, p. 24)

    Soms moest ik de zinnen een aantal keer overlezen om te achterhalen van welke persoon de uitspraak afkomstig was. Ik vind het overigens heel knap hoe Esther Gerritsen zoveel gevoel kan leggen in de dialogen. Ze komen heel natuurlijk over.

    Gezien het onderwerp vind ik het boek absoluut geschikt voor de bovenbouw. Hierbij sluit ik me aan bij de mening van Jet. Er komen diverse bruikbare thema’s terug in dit boek (omgaan met opgekropte gevoelens, toeleven naar het moment van afscheid, moeder-kindrelatie). Bedenk van tevoren wel goed dat deze onderwerpen zeer confronterend kunnen zijn voor leerlingen. Sommige leerlingen hebben een verstoorde moeder-kindrelatie, of zitten met gevoelens die ze niet kwijt kunnen. Daarnaast kunnen er leerlingen zijn die een vader of moeder hebben die kanker heeft, of eraan is overleden. Emotionele uitbarstingen zijn dus niet uit te sluiten.

    BeantwoordenVerwijderen