vrijdag 26 februari 2016

Recensie Pizzamaffia, Khalid Boudou

Recensie Pizzamaffia, Khalid Boudou



Zakelijke gegevens

Titel:                        Pizzamaffia
Auteur:                    Khalid Boudou
Jaar van uitgave:     2007
Plaats van uitgave:   Amsterdam
Drukkerij:                Moon
Gelezen uitgave:      2012,Groningen/Houten, Noordhoff Uitgevers BV 


Samenvatting

Pizzamaffia gaat over Brahim en zijn familie.
Brahim is een jongen van Marokkaanse komaf en zijn vader heeft een pizzazaak.
Zijn vader kampt met reuma en heeft zijn broer in de zaak gezet. Oom Faris is een veel modernere uitbater dan Brahim’s vader en de zaken lopen steeds beter. De driftige vader merkt echter dat er geld verdwijnt en er ontstaat ruzie, omdat vader oom Faris niet meer vertrouwd.
Het loopt zo uit de hand dat oom Faris met zijn zoon Iljas (die continu Haas genoemd wordt) een eigen zaak begint, middenin het winkelcentrum. Brahim wordt door zijn autoritaire vader in de zaak gezet. Brahim slaagt hier behoorlijk in, maar de goede havoleerling gaat spijbelen en verwaarloost zijn vriendinnetje, op wie hij zo gek is.
Ondertussen vindt er een ware concurrentieoorlog plaats tussen pizzeria Novarre en het nieuw opgerichte Melodia. De goede herinneringen aan de familiebanden zorgen voor wrijving met de nieuwe realiteit.
Als Haas Alice met een geëdit filmpje bij Brahim wegdrijft knapt er ook bij Brahim iets en gaat hij wraak nemen. ‘gebeurd is gebeurd,’ is de gedachte waarmee het boek begint en de hoofdfabel eindigt.


Recensie

Pizzamaffia is een spannend jeugdboek, in jongerentaal geschreven. In principe zijn het eenvoudige zinnen en worden personages helder voorgesteld als ze worden aangedragen. Brahim is de hoofdfiguur die de familievete vanuit zijn ogen beschrijft. Er wordt veel straattaal gebruikt, stoere taal, maar ook echt scheldwoorden. Dit kan lezers aantrekken of juist afstoten. Jonge lezers kunnen zich zo misschien makkelijker met de hoofdpersoon identificeren, maar het kan het ook lastiger maken, want ik twijfel of de meeste leerlingen uit bijvoorbeeld mijn woonplaats Bemmel al deze termen kennen. Daarnaast komen er ook nog veel Marokkaanse woorden in voor. Als volwassen, redelijk ervaren lezer kan ik meestal wel inschatten wat de woorden betekenen. Ik behoor wel niet tot de doelgroep, maar verwacht wel dat ik beter uit de context kan halen wat onbekende woorden betekenen, dan een leerling van 12 jaar. Ik had de schrijver graag geadviseerd om een woordenlijst toe te voegen aan het verhaal. Voor mezelf heb ik er tijdens het lezen ook een opgesteld. Zo’n lijst kan het leesgemak bevorderen, maar misschien wordt het juist als tof ervaren door scholieren dat dit in een soort eigen slang/codetaal is opgeschreven.

Wat ik erg mooi vind is de clash tussen de Nederlandse en Marokkaanse cultuur die hier vrij subtiel in naar voren komt. Het is een boek dat moeilijkheden van de multiculturele samenleving presenteerd. Brahim leeft tussen twee culturen. Hij is een slimme havoleerling en heeft een Nederlands vriendinnetje die uit een welgestelde Nederlands-autochtone familie komt. Brahim is dol op haar en ontzettend trots. Zijn vader, Amar, is nog van de oude stempel en vindt Brahim een slapjanus, omdat hij harder moet zijn in zijn ogen. Hij moet hard werken in de zaak in plaats van tienen halen voor wiskunde en hij moet zijn concurrent kapot willen maken in plaats van zijn oom te vriend willen houden.
Wellicht maakt de reuma en de confrontatie met zijn eigen beperkingen Amar wel zo chagrijnig en opgefokt. Hij voelt in mijn beleving onmacht en reageert dat af op zijn enige zoon, want hoewel hij nog twee dochters heeft, heeft hij vooral hoge verwachtingen van zijn zoon. Brahim komt in conflict doordat de pizzazaak zo’n stress oplevert en zijn vader hem waar zijn moeder bij is kleineert en beledigt. Zijn moeder doet de haast filosofische uitspraak: ‘sinds hij de pizzazaak heeft, is hij nooit meer thuisgekomen.’ (p. 18). Brahim gaat in discussie met zijn moeder waarom hij de zaak dan niet verkoopt, omdat hij toch econoom wil worden. ‘Dat zou hij als een nederlaag ervaren’, antwoord zijn moeder. ‘Ik begrijp niet waarom. Wat is nou toch een nederlaag? En wanneer heb je nou eigenlijk gewonnen? Ik begrijp zulke dingen niet. Wat heeft hij nou gewonnen met die pizza’s?’ (p. 19). Deze discussie geeft mooi de generatiekloof weer, maar ook het verschil in de westerse opvatting van Brahim en het Marokkaanse eergevoel van zijn vader. Brahim wil zijn best doen op school en een eigen beroep kiezen, terwijl zijn vader met trots zijn pizzeria wil overdragen op zijn zoon. Van de andere kant merkt Brahim ook hoe hij als Marokkaanse Nederlander gediscrimineerd wordt in zijn Westerse samenleving. Echter vervalt hij zelf ook in discriminerend gedrag als buitenlanders in zijn zaak komen.

De kijk van Brahim op andere mensen en ervaringen zorgen voor grappige situaties en bewoordingen. Hij doet bijvoorbeeld erg zijn best om een goede beurt te maken bij Alice, maar ziet best op tegen de familieweekendjes met haar ouders. Haar moeder is een drukke kwebbelkous en een natuurmens, maar eigenlijk vindt hij haar wel grappig. Haar vader is ‘chirurg en dat kun je wel aan hem zien. Hij is zo suf als een emmer. Die vrouw van hem kakelt constant boven hem uit en hij reageert steeds met: ‘Ach zo.’’ (p. 109).
In het concertgebouw verveelt Brahim zich en ziet het orkest alsof ze iemand gaan begraven. Als de dirigent opkomt wordt iedereen gek. ‘Waarschijnlijk was hij de Justin Timberlake van de saaie muziek of zo.’ (p. 113)

In de straattaal en het hip willen zijn schuilt ook het gevaar dat het boek tijdgebonden is.
Hoe lang blijft straattaal hip? Wordt het op een gegeven moment geen afknapper als de straattaal oud en suf is? ‘Moderne’ dingen als chatten op MSN en een artiest als Justin Timberlake zijn nu al achterhaald bijvoorbeeld. Neutralere taal zal tijdlozer zijn, maar de intentie dat de auteur ook echt een jeugdboek wil schrijven dat dicht staat bij de beleving van de doelgroep, is lovenswaardig en dapper.

Het verhaal begint post rem met een proloog in tegenwoordige tijd. Vervolgens vertelt Brahim de familiegeschiedenis vanuit zijn ogen in chronologische volgorde in de verleden tijd. In de epiloog - wat eigenlijk geen epiloog is maar nog van wezenlijk belang is voor de hoofdfabel - gaat de scene uit de proloog verder. Uit het MSN-gesprek, het laatste hoofdstuk - wat je wel een epiloog kan noemen - blijkt dat alles goed is afgelopen, zelfs de relatie tussen Alice en Brahim.
Vanwege dit Disney-einde met alleen maar happy ends vind ik het een kinderachtig slot. Ook hoe volwassen Brahim eigenlijk moet functioneren en een pizzatent moet runnen als 3-havoleerling vind ik niet heel geloofwaardig. Hij komt ook wel erg makkelijk aan een vuurwapen en de keuze om Haas uiteindelijke niet dood te schieten komt op me over alsof Boudou het voor kinderen makkelijker wil maken hun held als held te blijven zien. Desalniettemin is het een afwisselend verhaal met leuke uitspraken. Waarvan ik denk dat de doelgroep het graag en makkelijk zal lezen. 

4 opmerkingen:

  1. Reactie door Ime van Berloo op de recensie van Erik Meurs over ‘Pizzamaffia’

    Ik sluit me aan bij je argument dat de straattaal in ‘Pizzamaffia’ tijdgebonden en soms wat moeilijk leesbaar is. Dit vond ik zelf ook af en toe wat minder vlot lezen. Echter wil ik daar wel aan toevoegen dat het gebruik van straattaal in een boek ook wat grappigs en iets unieks heeft wat dit boek interessant en aantrekkelijk maakt voor jongeren.
    De volgende passage vind ik hier een mooi voorbeeld van:
    “Hij”, snauwde hij. “Hij hier ….deze slaapmuts. Deze schetenkweker. Deze ballenpoetser. Deze kontenkrabber…”. Het was alsof hij het woordenboek voor scheldnamen uit zijn hoofd aan het leren was. Hij ging maar door en door. “Deze tenenkaasvreter had allang in de zaak van zijn vader moeten staan.” (blz. 22)
    Deze scheldnamen zijn mij niet bekend en ik moest ook zeker goed lezen om te begrijpen wat er staat maar toen ik eenmaal wist wat er stond vond ik dit wel grappig om te lezen.
    Ook de titels van de hoofdstukken vind ik mooi weergeven dat dit boek uniek en grappig is.
    Titels die in het boek aan bod komen zijn bijvoorbeeld ‘panjabipizzamixdonerdag’ en ‘vette ansjovis en dikke vette pakken floes’.
    Deze titels zijn zeker moeilijk leesbaar en misschien, zoals jij ook aangeeft, onbegrijpelijk maar daardoor wel uniek en naar mijn mening ook grappig.

    In je recensie schrijf je dat de straattaal wellicht wat moeilijk te begrijpen is voor de leerlingen uit je woonplaats Bemmel. Dit vond ik grappig om te lezen. Ik geef namelijk les in Oss en in mijn klassen zitten wel relatief veel Marokkaanse jongeren. Zij kennen zowel de Marokkaanse als de Nederlandse woorden en zouden dit boek wellicht wel beter begrijpen.
    Ik hoor mijn leerlingen ook regelmatig uitspraken doen als ‘Wallah’ en ‘Focking shit’ en las deze uitspraken ook terug in het boek ‘Pizzamaffia’.
    Wat ik dit boek ook tot een unieke adolescentenroman vond maken is wat jij omschreef als de ‘clash tussen de Nederlandse en Marrokkaanse cultuur’. Ik las dat het je opviel dat Brahim in dit verhaal leeft tussen twee culturen. Dit deed me denken aan een theorie die ik tijdens mijn studie pedagogiek geleerd heb; de theorie over de F-cultuur en de G-cultuur. Onder de F-culturen worden de collectivistische culturen verstaan. Kenmerkend aan deze cultuur zijn loyaliteit, groepsreputatie en het conformeren aan de normen, opvattingen en verwachtingen van de groep (Hoffman, 2002). De Marokkaanse is dan ook een F-cultuur. In het boek ‘Pizzamaffia’ zie je dit terug in de loyaliteit van de zonen aan hun vaders in het draaiende houden van de pizzeria. Deze loyaliteit botst echter met de individuele belang van Brahim en Haas. Zij willen graag zelf lol maken, het goed doen op school en een eigen leven leiden. Dit is kenmerkend voor de G-cultuur zoals wij in Nederland kennen. De G-cultuur is individualistisch. Bij het denken, redeneren en communiceren gaat hij meer van zichzelf uit dan van de groep: wat is zijn mening, wat wil hij zelf graag? Hij is gewend om dit duidelijk en direct onder woorden te brengen en verwacht dit dikwijls ook van anderen (Hoffman, 2002).
    Deze geleerde theorie herkende ik ook heel erg terug in de Pizzamaffia en vind ik knap beschreven door Boudou.

    Het verweven van de botsing tussen twee culturen met het luchtige van de Marokkaanse subcultuur vond ik dit boek tot een interessant en uniek boek met leuke uitspraken maken. Daarmee ondersteun ik de argumenten die jij geeft in je recensie dat dit een afwisselend boek is en zeker geschikt voor adolescenten.


    Geraadpleegde bronnen:
    Boudou, K. (2007) Pizzamaffia. Amsterdam: Moon
    Hoffman, E. (2002) Interculturele gespreksvoering. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Reactie door Mariska Craenmehr op de recensie van Erik Meurs over 'Pizzamaffia'

    Pizzamaffia is zoals Erik Meurs zegt: 'Een spannend jeugdboek in jongerentaal geschreven'. Het was juist de jongerentaal die mij heel erg tegenstond tijdens het lezen van het boek. Wellicht zal het jongeren een stuk meer aanspreken, aangezien ik als docent regelmatig het woordje 'Wallah' hoor vallen in de klas. Ik sluit me aan bij Erik om de schrijver te adviseren een woordenlijst toe te voegen aan het boek. Zo komen alleen in het proloog al woorden voor als: Wallah, arwiena en tazz. Ik kan me voorstellen dat niet elke lezer de betekenis van deze woorden kent.(blz. 9-12, Pizzamaffia)

    Erik omschrijft in zijn recensie ook de 'clash tussen de Nederlandse en Marokkaanse cultuur'. De schrijver Khalid Boudou is zelf afkomstig uit Marokko en is op vrij jonge leeftijd begonnen met schrijven. In al zijn boeken staat wel iets van de Marokkaanse cultuur centraal.(Jeugdboekenplein.nl)Hij weet als schrijver daardoor als geen ander hoe het is om op te groeien in een totaal andere cultuur dan de Marokkaanse en heeft ook kennis van de 'problemen' die daarmee gepaard gaan. Op die manier weet hij uitstekend aansluiting te vinden bij de huidige jongerencultuur, die tegenwoordig echt niet meer alleen bestaat uit de Nederlandse cultuur. Integratie, discriminatie en het immigratieproces zijn vaak belangrijke thema's in het werk van allochtone schrijvers als Boudou. Toch blijken de meeste buitenlandse schrijvers een afkeer te hebben van de benaming, allochtone of multiculturele schrijver. Ze willen op hun artistieke kwaliteit worden beoordeeld en niet op hun maatschappelijke positie. Daar hoeft Boudou zich absoluut geen zorgen om te maken. Hij behoort inmiddels tot de top van de Nederlandse literatuur.(Van Boven en Kemperink, p. 301-302)

    Ik ben het met Erik eens dat het gebruik van straattaal en het hip willen zijn er tevens voor zorgt dat het boek niet langer tijdloos is. Chatten, msn-en en een artiest als Justin Timberlake zullen over een paar jaar niet echt meer herkenbaar zijn voor jeugdigen. daardoor wordt het boek op den duur misschien minder aantrekkelijk voor adolescenten doordat ze zich er minder in kunnen herkennen. Aan de andere kant is het een echt boek dat aansluit bij de cultuur van dat moment, wat het ook weer uniek maakt en leerlingen kan aanzetten er met elkaar over in gesprek te gaan.


    Geraadpleegde bronnen:
    Boudou, K. (2007) Pizzamaffia. Amsterdam: Moon
    www.leesplein.nl
    Van Boven en Kemperink. (2012) Literatuur van de Moderne Tijd: Nederlandse en Vlaamse letterkunde in de 19e en 20e eeuw. Uitgeverij Coutinho.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik ben het helemaal met je eens, zowel over het gebruik van jongerentaal, als over het culturele aspect. Ik denk ook dat het boek over een tijdje inderdaad niet meer populair zal zijn, omdat de woorden die erin gebruikt worden dan niet meer modern zullen zijn...Toch denk ik dat het voor nu een erg fijn boek is!

      Verwijderen
  3. Ik heb het boek ook gelezen voor school. Zoals eerder vermeld in andere reacties, wordt er enorm veel jongerentaal gebruikt in het boek. Wat dit onderwerp betreft, sluit ik me zeker aan bij Mariska. Het is op deze manier erg moeilijk te lezen en er is inderdaad geen woordenlijst aanwezig in het boek. Dat zou een meerwaarde zijn, en dan zou het misschien wel een leuk boek zijn om te lezen (dan heb ik het over wat de jongerentaal betreft). De verhaallijn is goed, maar ik vind dit soms moeilijk te volgen, aangezien er vrij veel personages in voorkomen met hun gewone naam, en de naam waarmee ze aangesproken of benoemd worden. Voor de rest een heel leuk boek, een mooie relatie tussen Brahim en Alice. Alice kan op haar strepen staan en Brahim duidelijk maken dat ze een probleem heeft of dat haar iets dwarszit. Brahim wil Alice niet kwijt en doet zijn best om haar tevreden te stellen. Daarnaast is er ook een mooie evolutie tussen Brahim en zijn neef Haas. Kortom: een erg leuk boek voor jongeren van deze tijd (die goed mee zijn met het taalgebruik ;))!

    BeantwoordenVerwijderen