dinsdag 23 februari 2016

Reactie op de recensie van "Kil" van Miranda Nieboer - door Helen Uijlenbroek

Reactie op de recensie van "Kil" van Miranda Nieboer - door Helen Uijlenbroek

Ik reageer op de recensie van het boek "Kil" door Miranda Nieboer. Hoewel ik echt enthousiast ben over de meeste boeken van Mel Wallis de Vries, is dit boek me enigszins tegengevallen. Je noemt zelf al dat de hoofdpersonages wat oppervlakkig worden beschreven en dat is juist hetgeen wat mij stoort. Het heeft weinig diepgang en de gebeurtenissen vind ik te ver gezocht.


Zoals je zelf ook aangaf lees je de doodsangsten van Tyrza als ze op de operatietafel in de koelcel ligt en dat maakt dat je verder wil lezen. In verschillende passages komt dat mooi  naar voren. Je noemt zelf al deze: 'Mijn ogen zakken dicht ……ik er bijna was geweest.' (Kil, p.46). Verder zijn er verschillende passages als het volgende stukje: Zolang je nog leeft, heb je nog een kans, Tyrza! Praat met deze jongen, breng hem op andere gedachten. (Kil, p. 39). De doodsangsten van Tyrza komen zo goed uit de verf. Als lezer wil je doorlezen en weten wat er gebeurt. Ik kon het boek daarom moeilijk wegleggen, want ik wilde weten hoe dit verhaal zich zou ontwikkelen.

Toch ben ik verder wat minder enthousiast over het verhaal. Over Jonathan lees je maar weinig. Dat hij een moord wil plegen om zijn zusje te redden komt erg ongeloofwaardig over. De volgende passage spreekt mij totaal niet aan: ‘En dat ik doodga maakt je niets uit?’ vraag ik. Er trilt een spiertje onder zijn oog. ’Het is niks persoonlijks Tyrza. Je lijk me een aardige meid. Maar als ik moet kiezen tussen jou en Eline, dan…..kies ik voor Eline. Het spijt me.’ (Kil p.51). Wat een ongeloofwaardig en onlogische passage. Ik vind het moeilijk om me in te leven in het personage bij dit stukje. Zelf lijkt me dit wat vergezocht.

Je leest aan het begin en het eind dat Tyrza een moeizame relatie met haar moeder heeft. Het stukje wat jij mooi vond: 'Ineens dringt tot me door wat ik eigenlijk altijd al wist: ze houdt van me. Ik zie het in haar ogen, aan haar kromgetrokken schouders. Waarom heb ik het niet eerder willen zien? Ik zoek mama's hand en pak hem vast. Ze kijkt me met grote ogen aan, alsof ze niet kan geloven dat dit echt gebeurt, en knijpt dan stevig terug. Livia's warme hand glijdt tussen onze handen. We blijven een eeuwigheid zo zitten.' (Kil p.63), spreekt mij totaal niet aan. Ik vind het een cliché, voorspelbaar en zoetsappig. Het is een einde waar ik niets mee kan en ik ook niet van de schrijfster gewend ben. 


Miranda, tot slot wil ik ook benoemen dat ik het met bepaalde punten eens ben. Je benoemt dat zo’n dun boekje wellicht de zwakkere/minder gemotiveerde lezers aanspreekt en dat klopt zeker! Leerlingen hikken tegen de dikte van een boek aan. Dit merk ik ook in mijn lessen. Ik heb Kil ook in mijn klas staan en leerlingen pakken deze vaker dan dikkere boeken. Ik wil ook nog benadrukken dat ik de kaft zeer aantrekkelijk vind. Mijn leerlingen zijn ook altijd geïntrigeerd hierdoor. Het boek oogt daardoor spannend.

In een presentatie, die ik ooit heb bijgewoond, heeft Mel Wallis de Vries ook aangegeven het boekje te hebben geschreven voor de moeilijke(re) lezer. Ze hoopte hiermee de minder graag lezende pubers te trekken, in de hoop dat ze daarna zo enthousiast worden dat ze daarna de andere boeken van haar gaan lezen.
Als je verder nog nooit een boek van deze schrijfster hebt gelezen, zou ik je zeker aanraden om ook andere boeken van haar te lezen. ‘Vals’ en ‘Wreed’ zijn echte toppers van haar. Hierbij worden de hoofdpersonen wél uitgediept, is het verhaal realistischer, minder vergezocht en kon ik me beter inleven in de hoofdpersonen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten