donderdag 25 februari 2016

Esther van Beers, recensie Zo wil ik zijn, jeugdboek


Recensie  “Zo wil ik zijn”             door Esther van Beers

Gegevens boek

Auteur:                     Katharina von Bredow

Jaar van uitgave:     2007, Nederlandse vertaling 2010

Titel:                          Zo wil ik zijn

Plaats van uitgave:  Rotterdam

Uitgeverij:                 Lemniscaat BV

 


Samenvatting van het boek    

Jessica is 15 jaar en zit in de derde klas van de middelbare school. Ze is verliefd op Arvid en hij op haar. De moeder van Jessica, Siv, is een beetje “gek”. Ze is alternatief, veganist, heel modern en draagt aparte kleren.  Steeds als Jessica naar een feestje gaat stopt haar moeder twee condooms in haar tas. Jessica vindt dit heel gênant.

Als Jessica en Arvid naar het feestje van Paula gaan hebben ze sex met elkaar. Het is voor hen allebei de eerste keer. Omdat het eigenlijk heel onverwachts komt denken ze er niet aan een condoom te gebruiken, met als gevolg dat Jessica zwanger raakt.

Aanvankelijk durft ze dit aan niemand te vertellen. Ze gedraagt zich vreemd en is vaak  ziek. Als haar moeder er achter komt, is ze opgelucht dat er niet meer aan de hand is. Ze neemt het heel gemakkelijk op totdat ze ontdekt dat Jessica geen abortus wil laten plegen. Ook Arvid en zijn ouders, Louise haar beste vriendin, ja eigenlijk bijna iedereen gaat er vanuit  dat ze het kindje laat weghalen.

Alleen de moeder van Louise, Carin die zelf ook zwanger is, en de vroedvrouw van Jessica, hebben begrip voor het standpunt van Jessica. Later draaien Arvid, haar moeder en Louise bij. Jessica krijgt een goede band met Carin en ze vraagt haar of ze haar doula (iemand die haar steunt bij de bevalling)wil zijn.  

Als Jessica’s dochtertje “Sterre” wordt geboren, is ze bijna geschokt hoeveel ze van haar houdt. “Het voelt een beetje zoals toen ze verkering kreeg met Arvid. Toen dacht ze ook dat het het  einde van een verhaal was. Maar in werkelijkheid was het juist het begin van een nieuw verhaal. Een veel groter verhaal.”

 

 

Persoonlijk waardeoordeel

Het boek is vertaald uit het Zweeds door Femke Blekkingh-Muller. Zij ontving voor deze vertaling een werkbeurs van de Stichting Fonds voor de Letteren. Het boek “Zo wil ik zijn” is eenvoudig geschreven, gemakkelijk te lezen en het verhaal heeft me van het begin tot het eind geboeid. Tijdens het lezen krijg je begrip voor de personen die in het boek voorkomen. Je gaat (bijna) begrijpen waarom de ouders van Arvid zo reageren. Je begrijpt dat ze zijn geschrokken en natuurlijk het eerst aan de toekomst van hun zoon denken.

“Zo werkt het niet,” zegt hij (vader van Arvid) autoritair. “Je hebt het recht om over jezelf en je eigen lichaam te beslissen. Arvid zou je er niet eens van kunnen weerhouden om abortus te plegen als hij dat zou willen. Maar als je van plan bent om het kind te krijgen, betrek je Arvid bij een enorme warwinkel van allerlei verplichtingen! Je zou zijn leven verpesten, jongedame, en zoiets doen we toch niet met iemand om wie we geven?” (Zo wil ik zijn, P. 134)

“W ij moeten natuurlijk in eerste instantie aan Arvid denken,” zegt ze (moeder van Arvid). “Dit zou een ramp voor hem zijn. Ik vind eigenlijk niet dat Jessica het morele recht heeft om zijn leven te verpesten! Als hij zich op zo’n jonge leeftijd al moet binden zou hij…” (Zo wil ik zijn, P. 137)

 

Ook Arvid is heel erg geschrokken en ook al weet hij goed dat het kindje van hem is, reageert hij toch heel primair.

“Arvid springt op uit de stoel waarin hij zat. “Hoe kan ik eigenlijk zeker weten dat het van mij is?” zegt hij. “Ik bedoel, dan zou het dus die ene keer gebeurd moeten zijn? Hoe waarschijnlijk is dat?!” (Zo wil ik zijn, P. 135)

 

Het onderwerp van het boek, is een onderwerp waar jongeren heel gemakkelijk mee geconfronteerd kunnen worden. Ze moeten dan in een korte tijd een veelomvattende beslissing nemen die van invloed is op de rest van hun leven. De schrijfster geeft een goede beschrijving van de werkelijkheid en de personen in het boek zijn levensecht beschreven.

Ik sta helemaal achter het standpunt van Jessica. Net als Jessica, zou ik bang zijn dat ik er mijn hele leven last van heb dat ik mijn kindje heb doodgemaakt.

“Er zit een kindje binnen in haar. Het is echt waar. Een heel echt kindje van wie zij de moeder is. En nu moet het doodgemaakt worden. Het wordt naar buiten geschraapt en zal doodgaan. Ze voelt zich opeens misselijk worden, ze slikt hard”. (Zo wil ik zijn, P. 101).

“U denkt misschien dat ik gek ben geworden…. dat zou mijn moeder in ieder geval denken…. Maar ik vraag me gewoon af waarom het zo vanzelfsprekend is.” “Wat bedoel je?” “Dat ik abortus zal plegen. Ik bedoel, ik begrijp best dat ik veel te jong ben en zo, maar…. Je maakt toch eigenlijk je kind dood. Het maakt niet uit of je het een foetus of een embryo noemt…. het is toch een kind!” (Zo wil ik zijn, P. 101)

 

Toch heb ik ook begrip voor degenen die het beter vinden dat Jessica het kindje laat weghalen.  Zij zijn er van overtuigd dat het beter voor Jessica en Arvid is.

Jessica kiest voor haar gevoel. Ze weet dat het zeker niet de ideale situatie is om op haar leeftijd en in haar omstandigheden een baby te krijgen, maar ondanks dat kiest ze er voor om het kindje te laten komen. Degenen die het beter vinden dat ze abortus laat plegen reageren vanuit  hun ratio. “Ze is nog veel te jong, moet nog naar school, de relatie met Arvid is nog pril en ook hij wil dit kind niet, het was een ongelukje, niet gepland enzovoort”. Voor beide standpunten valt iets te zeggen.

 

Het boek bevat verschillende mooie passages.

  • Mooi vind ik de vergelijking van de kleuren die Siv gebruikt in haar wandkleden, met haar gemoedstoestand. “Jessica kijkt naar het weefsel. Het heeft een heel nieuw karakter gekregen, heel anders dan de milde, harmonische kleuren die haar moeder anders altijd bij elkaar zoekt.” (blz. 176)
    “Het is niet leuk om ’s middags thuis te komen en die blik te ontmoeten. Om haar moeders gespannen schouders en strakke nek te zien. Om te horen hoe hard het weefgetouw bonkt en te zien hoe de weefsels die ontstaan meer disharmonie en frustratie laten zien. (Zo wil ik zijn, P.188)
     
  • Jessica puzzelt graag, ze raakt er ontspannen van. “Puzzelen is zo heerlijk eenvoudig en begrijpelijk. De stukjes passen of ze passen niet. Daar zit niets tussenin, geen half goede of half verkeerde oplossingen. Je hoeft geen moeilijke keuzes te maken. Als je het goed doet verschijnt het plaatje zoals op het voorbeeld. Als je het verkeerd doet, moet je het stukje losmaken en opnieuw beginnen. Dan duurt het iets langer, maar er is niets ergs gebeurd. De afbeelding wordt net zo perfect. Uiteindelijk. Met de rest van het leven werkt het helaas niet zo. Nee, daar kan een klein foutje onherstelbaar zijn en alles waar je op hoopte verpesten. Iedere seconde is een deel van het geheel en komt nooit meer terug. Daar kun je niets aan veranderen”. (Zo wil ik zijn, P. 9)
    Ik vind het mooi dat er iets van een overeenkomst  is, tussen dat wat in het begin van het boek staat (zie hierboven) en wat later in het verhaal gebeurt. Bijvoorbeeld:
    - De stukjes passen of ze passen niet / je bent zwanger of je bent het niet, daar zit niets tussenin.
    - Als je het verkeerd doet moet je opnieuw beginnen / met een zwangerschap kun je niet opnieuw beginnen, ook al laat je abortus plegen, je wordt nooit meer dezelfde als die je voorheen was.
    - Daar kan een klein foutje onherstelbaar zijn/ als je zwanger wordt kun je dit niet meer terugdraaien.
     

 

  • De onzekerheid en de angst van Jessica worden mooi beschreven. “Een poosje geleden was ze nog zo blij. Een paar maanden geleden was alles zo perfect. Als je het ongewenste gevolg weghaalt, wordt alles dan weer zoals het was? Kan ze ooit weer worden wie ze was? Is dat het doel? Worden wie je was? Of zijn wie je wilt zijn? Of misschien proberen te zijn wie je wilt worden?” (Zo wil ik zijn, P.122)
    Om dan later haar zekerheid weer terug te krijgen:
    “Weet ik echt wel wat ik doe? denkt ze. Het antwoord is heel eenvoudig en zo duidelijk als wat: Nee. Ik heb géén idee. Maar ik weet wel wat ik niet doe.”( Zo wil ik zijn, P.167)

Dat laatste stukje heeft me echt geraakt, dat vind ik zo mooi. Dat is precies hoe ik er ook over denk.

 

Ik vind het vreemd dat Jessica aan Carin vraagt om haar bij te staan bij de bevalling en dit niet aan haar moeder vraagt. Ik begrijp dat Jessica in eerste instantie boos op haar moeder was. Siv wilde immers dat Jessica abortus zou laten plegen, maar later is ze daar anders over gaan denken en heeft ze Jessica steeds bijgestaan. Ik vind het meer voor de hand liggend dat je je moeder vraagt om bij de bevalling aanwezig te zijn. Ook de vader van Jessica, die ze maar heel weinig ziet, wordt bewust pas op de hoogte gebracht als het kind is geboren. Dat is in mijn ogen ook wel raar.

 

“Zo wil ik zijn” is niet echt een ontroerend boek al neigt het hier en daar wel naar.  Het is eerder een beschrijving van een situatie en de problemen die daarvan het gevolg zijn en van de manieren hoe er mee wordt omgegaan. Na de geboorte van Sterre word je over het verdere leven van Jessica, Sterre en Arvid in het ongewisse gelaten. De afloop mag je zelf verder invullen.  Dit past bij het boek. In het boek word je ook geen mening opgedrongen, die mag je zelf kiezen.

 

Het boek sluit op een mooie manier af:

“Het lijkt wel of ze weer nieuw is, nu, in de auto op weg naar huis. Het ziekenhuis was een andere wereld parallel aan de werkelijkheid. Nu is het echt. Het voelt een beetje zoals toen ze verkering kreeg met Arvid. Toen dacht ze ook dat het het einde van een verhaal was. Maar in werkelijkheid was het juist het begin van een nieuw verhaal. Een veel groter verhaal.”( Zo wil ik zijn, P.271 )

 

Geschiktheid voor de beoogde lezer

Het boek is gelabeld als een C-boek, dus voor kinderen vanaf 12 jaar. Omdat de schrijfstijl niet complex is, is het boek gemakkelijk te lezen. Voor wat dit betreft is het boek geschikt voor kinderen van deze leeftijdscategorie. Maar de heftige emoties en de volwassen dilemma’s die erin voorkomen, maken het boek toch minder geschikt voor kinderen van 12 jaar.  Ik denk dan eerder aan pubers vanaf 15 jaar en dan vooral de meiden. Ik zou het boek als D-boek labelen. Voor mij is het dan ook meer een adolescentenroman dan een jeugdboek. Ik zou dit boek zeker aanraden aan mijn leerlingen. Ik werk op een VMBO school en zeker in het 3e en 4e jaar gaan de gesprekken al vaak over sex en zwangerschappen. Ik denk dat de meiden zich in dit boek kunnen herkennen en het anders zien als een waarschuwing. Aan de andere kant denk ik ook dat de meiden het gênant vinden om een boekverslag te maken over dit boek. Wanneer ze de verhaallijn op papier moeten zetten en woorden als sex moeten gebruiken vinden ze dat vaak niet prettig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten