maandag 9 mei 2016




Mierenkolonie van Jenny Valentine.


De Inhoudsbeschrijving.

Sam, een ongeveer achttien jarige jongen, komt in Londen wonen. Achteraf blijkt pas waarom hij naar Londen is gereisd. Hij heeft in een gemene bui zijn enige vriend laten verongelukken en zijn vriends hond doodgereden. Deze puber vindt in de hoofdstad een kamer in een huis waar een vijftal personen wonen, te weten: de tienjarige Bohemia met haar verslaafde moeder Cherry; twee werkeloze mannen genaamd Steve en Mick; en de oudere dame Isabel, met haar hond.
Bohemia loopt weg na een ruzie met Sam. Een actie die ervoor zorgt dat ze uiteindelijk Sam weer in contact brengt met zijn enige vriend en met zijn ouders. Bovendien beseft Cherry door Bohemia hoe belangrijk het is om een moeder te zijn.


Een persoonlijke reactie

Waarom die mieren?
Kriskras door het boek heen kom je getekende mieren tegen. Waarom? Misschien als reclametruc, om de tekst op te leuken voor de jonge lezers. Pedagogisch is er ook een reden voor deze dieren, ze zijn er om Sam te laten beseffen: “dat mieren in hun eentje niet veel voor elkaar krijgen, maar samen iets onvoorstelbaars presteren.”[1] Een eenvoudige en leerzame les van de schrijfster.

Hoe steekt het boek in elkaar?
Het verhaal wordt vanuit twee ik-personen verteld, vanuit het perspectief van Sam en vanuit dat van Bohemia. De twee perspectieven wisselen elkaar elk hoofdstuk af. De enige onderbreking van dit schema is
het levensverhaal van Bohemia, dat in vijf intermezzo´s wordt verteld. Sams levensverhaal wordt in de hoofdstructuur verteld en dan vooral in hoofdstuk 18.
De structuur waarin de twee perspectieve elkaar afwisselen, geeft een direct inzicht in gedachtewereld van de hoofdpersonen. Directer dan wanneer er slechts vanuit één ik-persoon was verteld, dan had je moeten raden naar de gedachten van de andere hoofdpersoon. En je krijgt door de ik-perspectieven een completer inzicht in de gedachtewereld van de Sam en Bohemia, dan wanneer er sprake was geweest van een personale vertelwijze.
Zo vertelt Bohemia voordat ze wegloopt bijvoorbeeld, dat Sam spijt zal krijgen van dat wat hij over haar gezegd heeft. De volgende bladzijde, geschreven vanuit het gezichtspunt van Sam, krijg je dan direct zijn innerlijke dialoog te lezen: “[…] Bohemia Hoban is grof in de mond. Zo gauw ze weg was, had ik er spijt van. Ik had haar achterna moeten gaan om het goed te maken, maar dat deed ik niet. Ik ben een idioot.”[2]

Het effect op de lezer.
Het wisselende perspectief heeft een geruststellend effect op de lezer. Vanuit Sams perspectief lijkt het een ramp dat Bohemia is weggelopen, het is mede zijn schuld. Vanuit Bohemia´s perspectief is er echter voldoende reden om te denken dat haar reis zal lukken. Ze heeft een duidelijk en nobel doel en ze heeft Sams geld. Zeker weten of de reis van Bohemia zal lukken, weet je als lezer niet, maar je zit wel rustiger op je plek, dan de personages. Sam, Cherry en de rest van de bewoners zijn enorm ongerust over de weggelopen Bohemia. Bovendien merk je als lezer de sympathie die alle personages toch voor elkaar hebben, ondanks de grove en onverschillige woorden die er zijn gevallen. Dat stelt ook gerust.

De ontwikkeling van de personages.
Naast het bijzondere perspectief, is het verhaal verrassend gezien de ontwikkeling die de personages doormaken. Bohemia praat graag, maar blijkt later in het verhaal ook enorm moedig. Sam is zelfstandig, stoer en gesloten, maar begint tegen het eind van het verhaal toch van alles te vertellen en kan zijn trots opzij zetten. En – hoewel misschien niet zo verrassend maar toch wel een opluchting - het verhaal heeft een gelukkig eind.

Voor welke leeftijd is het boek geschikt?
Het boek bevat geen rechtlijnig verhaal, het wisselt van perspectief en zou daarom volgens Jan van Coillie niet geschikt zijn voor kinderen onder de tien jaar.[3] De website van Het Leesplein, schaalt het boek zelfs in als een boek voor 15+.[4]Ik denk echter dat wanneer de structuur voor de lezer duidelijk is, het enorme eind-goed-al-goed-gehalte van het verhaal, het boek wellicht al geschikt maakt voor de iets jongere lezers. Ik denk vanaf een jaar of dertien, veertien. Zoals de net genoemde Jan van Coillie namelijk ook stelt: “veel jonge lezers blijken er moeite mee te hebben wanneer een verhaal niet goed afloopt.” In dit geval hoeft de jonge lezer daar niet voor te vrezen.




[1] Valentine, J. Mierenkolonie, (2010), Best: uitgeverij Moon (Nederlandse vertaling). Bladzijde 196.
[2] Valentine, J. Mierenkolonie, (2010), Best: uitgeverij Moon (Nederlandse vertaling). Bladzijde 137.
[3] Van Coillie, J. Leesbeesten en boekenfeesten. (2009) Leidschendam: Davidsfonds. (volledig herziene editie.) Bladzijde 87.
[4] Leesplein, auteurs en illustratoren, Jenny Valentine, 15+. Geraadpleegd op: 7 mei 2016,  van: http://www.leesplein.nl/JB_plein.php?hm=3&sm=1&leefcat=15+&id=6874

Geen opmerkingen:

Een reactie posten