woensdag 11 mei 2016

Reactie door Miranda Nieboer op de recensie van Ime van Berloo en op de reactie van Brigitte van Beekum over het boek 'De vliegeraar



Reactie door Miranda Nieboer op de recensie van Ime van Berloo en op de reactie van Brigitte van Beekum over het boek 'De vliegeraar'.


Ook ik wil heel graag reageren op de recensie van Ime van Berloo en de reactie van Brigitte van Beekum over het boek ‘De Vliegeraar’. Met stip op 1 mijn mooiste boek ooit. Ik weet nog dat ik het gekocht had, vlak nadat het uitgebracht was, en ik het één ruk uitlas. Het verhaal van de vriendschap tussen Amir en Hassan die op een ontzettend wrede manier stukloopt en de ruimte waarin het allemaal afspeelt zo mooi omschreven wordt, vind ik prachtig. Hosseini beschrijft zo mooi, dat het je niet meer loslaat. Je waant je echt in het verre Afghanistan. Je krijgt inzicht in de cultuur en de omgeving. Het boek ontroerde me en liet me niet meer los. Met afschuw heb ik het stukje van het in elkaar slaan van Hassan gelezen, zo wreed. De volgende passage waarop Amir het in elkaar van Hassan van een afstandje bekijkt, vond ik erg aangrijpend. Ik had een laatste kans om een beslissing te nemen. Een laatste kans om te beslissen wie ik zou worden. Ik kon die steeg in stappen, voor Hassan opkomen- zoals hij al die keren in het verleden voor mij was opgekomen- en aanvaarden wat er met me zou gebeuren. Of ik kon wegrennen. Uiteindelijk rende ik weg. Ik rende weg omdat ik een lafaard ben. p.76.
Brigitte reageert op Imes recensie dat ze twijfelt over de echtheid en de gelijkwaardigheid van de vriendschap tussen de jongens. Ik begrijp haar twijfel wel, zeker als je de passage leest die zij citeert. Echter denk ik dat die passage een houding is van Amir. En niet wat hij daadwerkelijk voelt. Hij is helemaal niet mijn vriend! had ik bijna uitgekraamd. Hij is mijn bediende! Had ik dat echt gedacht? Natuurlijk niet. Natuurlijk niet. Ik behandelde Hassan goed, als een vriend, beter zelfs: meer als een broer. Maar als dat zo was, waarom speelde ik alleen met Hassan als er niemand anders in de buurt was? p.41.
Ik ben van mening dat dit een houding is van Amir. In een land waar er grote verschillen in rangen en standen zijn, is zo’n plotselinge afwijzende reactie van Amir misschien wel begrijpelijk. .  De kinderen worden van jongs af aan opgevoed met de ongelijkheid tussen klassenverschillen. Hij schaamde zich voor de vriendschap met Hassan, een Hazara, tegenover de stoere Assef, Wali en Kamal.
In de laatste passage  gaat Amir vliegeren met zijn zoon. De volgende citaat gaat over zijn zoon, maar indirect ook over Hassan kan ik me zo voorstellen. ‘Voor jou doe ik alles,’ hoorde ik mezelf zeggen. Toen draaide ik me om en begon te rennen. Het was maar een glimlach, meer niet. Dat maakte heus niet alles opeens goed. Het maakte helemaal niets goed. Iets heel kleins.’ P.345.
Dit is voor mij een bevestiging dat de vriendschap tussen de jongens heel diep heeft gezeten, ondanks de klassenverschillen. Een prachtig boek!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten