zondag 6 maart 2016

Recensie Slavenhaler, Rob Ruggenberg

Gegevens

Titel:                        Slavenhaler
Auteur:                    Rob Ruggenberg
Jaar van uitgave:    2007
Plaats van uitgave: Amsterdam
Uitgeverij:               Querido 






Samenvatting

Het verhaal begint met een proloog, een personale vertelling door Tyn van Campen, de hoofdpersoon van het verhaal. Tyn is geboren rond 1620 en de vertelling begint in 1637, ten tijde van de Nederlandse Gouden Eeuw, tevens een tijd van Europese grootschalige slavenhandel en mensonterende praktijken. Het boek gebruikt de historische termen en interpretaties van de Afrikanen en zwarte slaven, vandaar dat ik dat in mijn recensie overneem. 
Tyn is de zoon van zeeman Johannes van Campen. In een vooruitwijzing in de proloog wijst Tyn zijn vader aan als veroorzaker van al deze ellende. 
Na de proloog ontstaat een auctoriale vertelsituatie die voortduurt tot de epiloog.
We volgen Tyn en zijn halfzus Obaa Hununi, die door zijn vader bij een slavin verwekt is. Hierdoor krijg je mooi twee zijden van het Nederlandse slavernijverleden te zien.


Deze historische roman zit vol leed, ongelijkheid en onderdrukking. Vol strijd en volharding van twee jonge mensen om hun dromen waar te maken en om te overleven als hen dat onmogelijk wordt gemaakt.
Ze bewegen in verschillende milieus. Die van wees van een Nederlandse schipper en groentje op een handelsschip en die van een halfbloedje: dochter van een witte slavenhandelaar en een Afrikaanse slaaf die bovendien opgroeit bij een vreemde stam in West-Afrika.
Tyn is opgegroeid bij zijn buurvrouw en heeft zijn vader nooit echt gekend. Hij weet dat hij nog een halfzus heeft en klampt zich vast aan het idee nog ergens familie te hebben. Hij wil haar ontmoeten en onwetend over de verhoudingen kleurlingen - blanken uit die tijd, doet hij er alles aan samen met zijn zus gelukkig te worden.

Obaa heeft nooit een eigen naam gehad, haar dorpsbewoners noemden haar Obaa Hununi en dat betekent iets als 'zwerfster'. De dorpsbewoners kijken haar met de nek aan omdat ze de dochter is van een 'witte duivel' en een Afrikaanse slavin afkomstig van een andere stam. Ze zijn ook bang voor haar omdat ze er anders uitziet ze heeft een sterke uitstraling en ze dichten haar toverkrachten toe: het Oog en het Oor. Zelf gelooft ze dat niet en wil ze niks over een sterke 'Krah' (ziel) horen. Als de lokale obiaman sterft krijgt zij de schuld en wordt ze gevangen om geofferd te worden aan het grote heiligdom van de Fanti, de stam bij wie ze woont. 

Na een epos aan avonturen wint Tyn Obaa's vertrouwen, maar gelijkwaardig samenleven rond 1640 lijkt toch onhaalbaar, totdat ze samen vluchten naar het Braziliaanse binnenland op zoek naar Palmares, een verborgen stad van weggelopen slaven.

Recensie

Ruggenberg heeft een spannend boek geschreven. Hij neemt de jonge lezer serieus door geen zoet sprookje te maken over historische zeereizen maar ook de hardheid en ongelijkheid te beschrijven van de slavernij, het leven en werken op een handelsschip en alle daarbij komende gevaren van de 17e eeuw. Achterin vind je ook keurig een verantwoording met alle personages en locaties die echt bestaan hebben en een woordenlijst met Afrikaanse termen, of begrippen die de doelgroep mogelijk niet kent. Het feit dat er historische figuren en locaties in voorkomen is voor mij als geschiedenisdocent natuurlijk extra interessant. Het Nederlandse slavernijverleden wordt in dit boek niet verbloemd. De ongelijkheid is schrijnend en ook het beeld dat de blanken van de 'negers' hebben is realistisch neergezet. De slaven worden als vee behandeld. Dat komt mooi naar voren op pagina 130 waar ze 'koopwaar' gaan uitzoeken:

'De stal krioelde van de zwarte mensen, die allemaal spiernaakt waren, mannen en vrouwen. De meesten liepen gewoon los, maar anderen waren met kettingen vastgemaakt aan ijzeren ringen die in de muren zaten'

Vervolgens beschrijven ze ook het brandmerken om aan te geven welke slaven de nieuwe eigenaar gekocht heeft. Daarbij moet Tyn helpen. Na deze klus gaat Tyn drinken met de mannen.

'Voor het eerst van zijn leven werd Tyn dronken. Maar de geur van verbrand vlees die in zijn neusgaten hing raakte hij niet kwijt.' (p.132)

Wat ik minder sterk vind is dat het vertelperspectief wisselt. Je begint met een proloog en eindigt met een epiloog in een personale vertelling vanuit Tyn. Hierin zegt hij dat hij de verhalen van hem en Obaa heeft opgeschreven. De rest van het boek is echter een auctoriale vertelling waarin ook veel gedachtes en kennis terugkomt die geen van beiden zelf gedacht of geweten hebben.
Ik had voor de beleving als lezer liever gehad dat de personale vertelling in stand bleef en dat je die switcht tussen Tyn en Obaa om de beide kanten van de slavenhandel te belichten. Ik denk dat de beleving dan intenser wordt dan wanneer een buitenstaander het vertelt.  
Het idee om Tyn en Obaa als halfbroer en -zus te volgen vind ik goed gevonden! Het verhaal vind ik sterk. Uiteraard is het behoorlijk toevallig dat Tyn en Obaa elkaar vinden, maar is niet storend. De schrijfstijl en manier van vertellen vind ik minder sterk.
Er gebeurt ook wel erg veel in het boek. Alsof Ruggenberg moeite had te kiezen na zijn uitgebreide vooronderzoek welk feitje hij wel en welke hij niet kon gebruiken. 
Je zou van dit boek zo een epos in een formaat van Game of Thrones kunnen maken waardoor je meer diepgang en beter uitgewerkte vertellingen creëert, maar dan loop je wellicht kans dat de doelgroep zulke dikke boeken in de kast laat liggen. 

Dit boek zou ik kinderen zo kunnen adviseren tijdens geschiedenislessen over deze periode, omdat het zo'n goede feitelijke fundering heeft en het inzicht van leerlingen kan vergroten.
Ik denk dat ik hier zelf als onderbouwleerling van genoten zou hebben! Dat heb ik al met al nu ook gedaan trouwens. 

Wat me dan nog wel stoort is dat de ontwerper van de kaft zijn historische onderzoek niet gedaan heeft en een 18e eeuws zeilschip op de cover zet. Daar zal Ruggenberg het niet mee eens zijn.

3 opmerkingen:

  1. Met de keuze van de kaft ben ik het inderdaad niet eens. Andere uitgaven van dit boek, bij Querido, hebben wel een goede omslag. Maar deze bespreking gaat over de goedkope Lijster-uitgave, en over die omslag had ik helaas niets te vertellen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat leuk dat u persoonlijk reageert!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Reactie op recensie Slavenhaler (Charita van den Berg)

    Ik heb net als Erik, Nienke en Offra het boek Slavenhaler gelezen. Ik heb voor dit boek gekozen omdat het mij een spannend boek leek en het me als docent geschiedenis erg aansprak. Ik ben helaas over de spannende inhoud van het boek minder enthousiast als Erik en Offra. Het verhaal vond ik weinig spannend hoewel ik het wel interessant vond. Het was voor mij geen boek dat ik tijdens het lezen niet meer aan de kant kon leggen omdat ik wilde weten hoe het zou aflopen. De vertellingen zijn zeker interessant maar ik vond het meer een vertelling in de vorm van een biografie van een broer en zus die in verschillende werelden en met verschillende wereldbeelden opgroeien. Wat mij het meest heeft aangesproken in het boek is het beeld van Tyn over de slaven. Hij is opgegroeid met het idee dat de zwarten slaven zijn en dat je die niet als mensen hoeft te behandelen. Hij is erg naïef maar dit veranderd in het boek. Het personage van Tyn is een duidelijk 'round character' wat erg goed is uitgewerkt. Hij worstelt naarmate het verhaal vordert over de slavenpraktijken van de Nederlanders. Dat blijkt onder andere uit de volgende passages:

    "Op de schouder van het meisje stonden, met roodgezwollen randen, de letters rc - de rest van haar leven zou ze aan het schip de Roode Cameel worden herinnerd, ook al kon ze niet lezen en wist ze niet wat die letters betekenden. Ze verzette zich niet langer en hing trillend en snikkend in de armen van de twee matrozen. Even voelde Tyn schaamte over wat hij had gedaan. Maar toen dacht hij aan Obaa en herinnerde hij zich dat die negers zijn zusje hadden vermoord, alleen omdat ze lastig was - en toen kon hij weer verder."(Ruggenberg, 2007, p. 131)

    "Ha, kom je helpen? grijnse Fried, terwijl hij de zwarte man in de houdgreep nam. De andere matroos, de oudere man met het ronde baardje die zijn vader nog had gekend, schepte een lepel dikke pap uit een pan en goot de lauwe brij in de keel van de slaaf, die zich kokhalzend uit Frieds greep probeerde te bevrijden. 'Wat ben je in vredesnaam aan het doen?' vroeg Tyn. 'Deze wil niet eten,' legde Fried uit. 'Als ze niet eten gaan ze dood. En als ze dood zijn brengen ze niks op. Dus moeten ze eten. Knijp zijn neus eens dicht.' Aarzelend stak Tyn zijn hand uit." (Ruggenberg, 2007, p. 154)

    Het einde van het verhaal vond ik wel erg heroïsch. Ik ging er halverwege het boek vanuit dat het boek geen 'happy end' ging krijgen maar dit had het in feite wel, ondanks het overlijden van Kofi. Misschien dat dit einde is gekozen omdat het hier om een jeugdboek gaat maar wat mij betreft mogen jongeren er best mee geconfronteerd worden dat dit soort verhalen niet altijd een goed einde hebben. Misschien had ik juist het onvermijdelijke, het noodlot, voor Obaa voor ogen gehad. Als Tyn net zijn zusje heeft gevonden haar weer kwijtraakt door toedoen van de blanken zoals hij zelf ook is. Maar misschien ben ik nu te drastisch in mijn denkwijze.

    Ik vind het boek vanwege de geschiedenis die het verteld zeker geschikt voor jongeren. Ik zou het jongeren die gewoon een goed boek willen lezen niet zo snel aanraden maar in combinatie met geschiedenisonderwijs vind ik het zeer geschikt. Voorwaarde is dan wel dat er voldoende tijd en ruimte tijdens de geschiedenislessen worden vrijgemaakt om het boek en de historische periode te bespreken.

    BeantwoordenVerwijderen