dinsdag 29 maart 2016

Reactie op recensie ‘Knalhard’ van Caja Cazemier


Onderstaand een reactie op volgende recensie: http://fictieblogarjen.blogspot.nl/search/label/Caja%20Cazemier

Ik reageer op jouw recensie omdat ik na het lezen van Cazemiers ‘Offline’ en ‘Knalhard’ erg enthousiast ben over deze schrijfster en de twee genoemde boeken.

“Ik moet schrijven, zei ze. Schrijven? Ik? Slachtofferhulp? Ik? Janken als een meid? Ik? Dagboeken zijn voor meisjes en voor mietjes. Ik ben een jongen! En dit is mij overkomen?”

Dat is nou een typische reactie die ook een van mijn leerlingen zou kunnen uiten. Zo herkenbaar! En dat brengt me bij waar ik met jou van mening verschil. Je schrijft dat het voor een volwassen lezer moeilijk is om het boek vlot uit te lezen, “dat het boek geschikt is voor jeugdige lezers die zich herkennen in de leefwereld van Ties…dat het voor oudere lezers minder interessant is…”.
Ik weet natuurlijk niet welke leeftijdscategorie je voor ogen had toen je de laatste zin schreef. Ik vond het in elk geval zeer interessant, en ik ben echt wel een oudere lezer. Mijn mening en mijn ervaring is, dat niet zozeer leeftijd of leefwereld bepalen of het thema herkenbaar en te volgen is. Als je met deze leeftijdscategorie werkt, als je betrokken bent en je oren te luister legt, dan snap je heel goed waar het over gaat, waar het probleem ligt en waar (en hoe) het pijn doet. En ook als je als jeugdige een andere leefwereld hebt dan Ties, dan snap je heel goed waar het over gaat.
Ik vind het knap van Cazemier hoe zij heel treffend en op directe manier verwoord wat jongeren bezighoudt. Want dat weten ze allemaal: je kunt zo maar op het verkeerde moment op de verkeerde plek terechtkomen, met alle gevolgen van dien. Wat de meesten (gelukkig) niet weten, is welke gevolgen dat kan hebben en hoe je daarmee om kunt gaan.

Zinloos geweld is een ‘hot item’, een onderwerp dat op school maar meer nog in de media aandacht krijgt. Het boek van Cazemier leent zich uitstekend om taboes rondom het thema ‘zinloos geweld’ bespreekbaar te maken. Door het verhaal afwisselend in de derde persoon en in de ik-stijl te vertellen, maakt zij ook gender- en opvoedingsverschillen zichtbaar die inzichtelijk maken hoe verschillend de personages met het geweldsdelict omgaan. Ties heeft ‘de stoere jongensdenkstijl’, terwijl Amarin, met een ‘zachte’ denkstijl, het vooral lastig vindt dat Ties niet wil praten.
In de dialogen worden stereotypen ‘opengebroken’ en ontstaat ruimte om te ontdekken dat er meer is dan de waarheid. Wanneer is iemand je vriend? Welke verwachtingen heb je? Mag iemand afwijken van die verwachting, bij voorbeeld omdat diegene bang is? Mag je zeggen dat je bang bent?

Ook met dit verhaal zet Cazemier de (jonge) lezer aan het denken en biedt zij ruimte voor nieuwe gedachten en voor handelingsalternatieven. Daartoe nodigt ook haar nawoord uit. Geheel in de geest van Bonset kunnen de vragen en opmerkingen op die laatste pagina’s van haar boeken uitnodigen tot communicatief taalonderwijs op school!

(Bonset,e.a., 2010. Nederlands in de onderbouw. Bussum: Uitgeverij Coutinho)





Geen opmerkingen:

Een reactie posten