dinsdag 22 maart 2016

Recensie van "Wat een land!", dichtbundel van Driek van Wissen, door Jet van Os

 Titel: Wat een land!
 Auteur: Driek van Wissen
 Uitgever: van Goor
 Jaar van uitgave: 2008








Driek van Wissen schreef de gedichtenbundel "Wat een land!". Deze inmiddels overleden dichter werd in 2005 uitgeroepen tot Dichter des Vaderlands, een functie die hij tot 2009 met verve heeft bekleed. Van Wissen maakte voornamelijk vormvaste gedichten; hij schreef kwatrijnen, rondelen, limericks en ollekebollekes, zijn voorkeur ging echter uit naar sonnetten. De gedichten van Driek van Wissen zijn bijna altijd luchtig van toon, de thema´s herkenbaar en duidelijk. Er is door de jaren heen regelmatig kritiek geweest op van Wissen vanuit de serieuze dichterskant. Van Wissen zou meer een "handige rijmelaar" zijn in plaats van een poëet, de inhoud en strekking van zijn gedichten te duidelijk, en de structuur van zijn gedichten te vormvast. Dus, volgens vele "echte" dichters was hij te weinig artistiek en te makkelijk.

In 2008 publiceerde van Wissen zijn bundel "Wat een land", bedoeld voor kinderen vanaf 11 jaar. Ik ga de bundel hier echter bespreken met de leerlingen uit mijn klas in mijn achterhoofd. Ik geef les aan Entree en mbo2 leerlingen die een re-integratietraject volgen. Dit zijn vooral volwassenen, waaronder een meerderheid anderstaligen die het inburgeringstraject net achter de rug hebben, zij beschikken over een zeer beperkte woordenschat en hebben weinig culturele achtergrondinformatie over Nederland.

Op de flaptekst van de bundel is het volgende te lezen: "Koninginnedag, schaatsen, caravans, carnaval, kerstbomen, paaseieren, Sinterklaas en stamppot boerenkool... Bijna alle gekke Nederlandse gewoontes en tradities worden besproken in deze dichtbundel, een soort inburgeringscursus, maar dan voor álle kinderen." En dat is precies waar het in de bundel om draait. Van Wissen heeft de keuze gemaakt om eigenlijk één lang gedicht te schrijven.  De titel van de bundel is ook de titel van het gedicht. In 151 kwatrijnen wordt er over de al eerder genoemde onderwerpen gedicht, en dat telkens in omarmend rijm. Hij speelt mooi met klankherhalingen, zoals hieronder met leven in en evenmin;

Soms zit er nog wel leven in
vanwege de nog verse kluiten,
maar als je ze weer terugplant buiten
dan redden ze het evenmin

(Wat een land!, blz. 54)


Van Wissen gebruikt hele eenvoudige taal om zijn gedichten te schrijven, van beeldspraak is nauwelijks sprake. Ik vind dat er humor in zijn gedichten zit, van Wissen gebruikt milde spot om de lezer een spiegel voor te houden. Hij is heel handig met taal. Ik moest regelmatig grinniken om de manier waarop van Wissen onze Nederlandse manier van zijn op de hak neemt. Er zijn nou eenmaal nogal wat  gewoontes die wij als normaal beschouwen maar die door buitenlandse ogen als bizar worden gezien. Dat komt in  verschillende strofes mooi terug. 

Zij stappen in hun caravans,
hun kleine huisjes op vier wielen,
en zitten dagen in de file
en worden zo een ander mens.

Of anders gaan ze naar Schiphol
en vliegen dan naar verre stranden
waar ze onmiddellijk verbranden,
maar toch houden ze dapper vol. 

(Wat een land!, blz. 24)

In mijn klas is deze bundel erg goed materiaal voor de lessen Nederlands. Het mes snijdt aan meerdere kanten! De gedichten zijn geweldige uitgangspunten voor gesprekken over Nederlandse gewoontes in vergelijking met die van hun thuislanden. Daarnaast groeit de woordenschat. Ook de uitspraak wordt  geoefend met het hardop lezen van de gedichten; het strakke rijmschema en het omarmend rijm maken het ritme en dus ook de uitspraak van de woorden in de versregels voorspelbaar. De bundel is heel beeldend geïllustreerd door Jan Jutte met zwart-wittekeningen. Het enige minpuntje voor het gebruik van de bundel in de les met volwassenen is dat het regelmatig wel duidelijk wordt dat kinderen de beoogde doelgroep van de bundel zijn. Ondanks dat vind ik dit toch  heel fijn lesmateriaal voor lessen aan inburgeraars.

Hieronder wat strofes uit het einde van de bundel:

Zo zie je, Nederland is vol
met halve en met hele gekken,
maar toch zijn het geen lachebekken,
ze leven hier niet voor de lol.

Dus als het af en toe gebeurt 
dat je hier zomaar in je eentje
iets grappigs doet als buitenbeentje
dan wordt dat algemeen betreurd.

Omdat je je zo raar gedroeg,
gaat men zich boos met jou bemoeien:
"Doe maar gewoon," zegt men, "dan doe je
hier in dit land al gek genoeg."

(Wat een land!, blz. 78)

En verder:

Dus kost het elke vreemde gast
die hier een kijkje is gaan nemen
veel tijd en moeite en problemen
voordat hij zich heeft aangepast.

En als hij van de gekkigheden
tot slot niet alles overneemt
is dat natuurlijk niet zo vreemd
en heeft dat vaak een goede reden.

In plaats van boos te laten blijken
dat je daarvan te kijken staat
kan het in elk geval geen kwaad
eerst maar de spiegel te bekijken.

(Wat een land!, blz. 79)












 

1 opmerking:

  1. Reactie op de recensie van "Wat een land" van Jet van Os - door Raimond Jans

    Naar aanleiding van de recensie van Jet van Os, werd ik erg nieuwsgierig naar deze dichtbundel. Dit is voor mij de eerste keer dat ik een dichtbundel lees uit de categorie jeugdliteratuur. Wanneer je het boek voor het eerst doorbladert, vallen meteen de grappige illustraties op. De bedoeling van deze dichtbundel is de Nederlandse bevolking een hak te zetten door te refereren naar de leuke en bijzondere gewoontes van ons volkje. De woordkeuze van de schrijver Driek van Wissen is eenvoudig en hierdoor bijzonder geschikt voor de jeugd. Hij maakt door de hele bundel heen gebruik van omarmde rijm. Zoals Jet al beschreef, is het boekje één grotere rijm. Hierbij springt hij steeds over op een andere gewoonte/thema. De bundel heeft ook een duidelijke inleiding:

    Je hebt misschien nog geen idee
    hoe zeventien miljoen personen
    in één land kunnen samenwonen
    zo'n klein landje aan zee.

    Dan is het goed dat ik vertel
    hoe in dit landje achter de dijken
    de mensen naar zich laten kijken,
    want gekke dingen doen ze wel.

    Dat hebben zij niet in de gaten,
    want ben je aan jezelf gewenst
    dan zie niet hoe raar je bent.
    Maar kijk eens naar het doen en laten:

    (Wat een land!, blz. 5)

    Na deze inleiding komen thema's voorbij zoals: de koningin, de regering, Koninginnedag, de vreemde wetten, vakanties, de Hollandse keuken, haringhappen, kinderfeestjes, relatie: ouders en kinderen, feestdagen en de diversiteit van volkeren in Nederland. Het grappige is, dat je hier normaal helemaal niet bij stil staat. Voor ons zijn deze gebruiken zo gewoon. Toen ik deze dichtbundel aan het lezen was, moest ik af en toe wel een beetje grinniken. Als je dit zo leest, moet je stiekem toch wel concluderen dat wij Nederlanders een vreemd volkje zijn. Soms is de schrijver een beetje kritisch:

    Die stapt gewichtig in een hokje
    met in zijn hand een stembiljet
    waarop hij braaf een kruisje zet,
    al is dat meestal ook een gokje.

    Als kiezer mag je zelf bepalen
    - dankzij deze papieren stem-
    wie in de kamer namens hem
    mag knokken voor zijn idealen.

    Zijn keus is dus een kamerlid
    met schitterende toekomstdromen,
    waar weinig van terecht zal komen
    zodra hij in de kamer zit.

    De stemming is allang voorbij
    en dan staan dit soort democraten
    alleen voor zichzelf te praten
    en het belang van een partij.

    (Wat een land!, blz. 14, 15)

    Ik heb me vaak ook gerealiseerd hoe krom bepaalde regeltjes zijn in Nederland. Ik heb daar behoorlijk om moeten lachen. Wanneer je er als lezer kritisch naar kijkt, heeft de schrijver hier overduidelijk een punt:

    Het land heeft ook de gekste wetten.
    Je mag bijvoorbeeld 's avonds laat
    niet vlak voor je naar bed toe gaat
    je vuilniszak al buiten zetten.

    En moet je hond een hoopje doen
    dan mag dat nergens op de stoepen,
    dus als het beestje toch moet poepen
    dan moet dat maar in het plantsoen.

    Maar als je zelf hoognodig moet
    kan het je plotseling gebeuren
    dat een agent je komt bekeuren
    als jij het in de bosjes doet.

    Maar andersom gebeurt vaak niets
    als je 's nachts met je spuitbus buiten
    de muren lelijk gaat bespuiten
    of op de stoep rijdt met je fiets.

    En als je met je vriendjes vecht
    of met elkaar een vuur gaat stoken
    of zelfs een stickie staat te roken,
    dan wordt daar ook niets van gezegd.

    Voor al die dingen die niet mogen
    bekeurt hier een agent je niet.
    Hij doet gewoon of hij niets ziet.
    Dat heet met een mooi woord 'gedogen'.

    (Wat een land!, blz. 18, 20)

    Jet geeft aan dat het boek heel erg geschikt is voor mensen die vanuit een ander land naar Nederland komen. Daar ben ik het helemaal mee eens. Misschien zou het opgenomen kunnen worden als verplichte literatuur bij een inburgeringscursus. Een kanttekening is inderdaad, dat het boek vooral gericht is op kinderen/jeugd. Overigens vind ik dat niet zo bezwaarlijk. Concluderend: ik was blij verrast met dit boek. Ik vond het ontzettend leuk en vermakelijk.

    Bronnen:
    - Van Wissen, D. (2008). Wat een land! Houten: Uitgeverij Van Goor.

    BeantwoordenVerwijderen