dinsdag 29 maart 2016

reactie op recensie van Jet van Os: Toen Faas niet thuiskwam



 
Toen Faas niet thuiskwam is een boek dat een diepe indruk op mij gemaakt heeft. Ik sluit me daarom volledig aan bij de mening van Jet van Os. De personages uit het boek zijn geloofwaardig en het verhaal is zonder opsmuk en niet sentimenteel geschreven. Ieder woord is net goed en nooit teveel. Gedurende het verhaal voel je de spanning aanzwellen zonder dat daar overdreven sentiment voor gebruikt wordt. Het relaas wordt beschreven vanuit het perspectief van Petrus, de oudste telg van het gezin. Zoals Jet ook zegt, het hart van de lezer gaat uit naar Petrus omdat je hem ziet worstelen met zijn eenzaamheid en met zijn opgelegde volwassenheid. Wanneer ik een  interview van Belle Kuijken met Martha Heesen lees, ben ik bijzonder verrast over het antwoord dat zij geeft op de volgende vraag:
 
 Het verhaal is opgezet als een driehoeksverhouding met veel verschillende invalshoeken. Waar gaat het boek voor u in hoofdzaak over? Het gaat vooral over de vader. Ik heb erg met hem te doen. Hij is een hulpeloze sukkel sinds het overlijden van zijn vrouw. Hij doet helemaal niets. En dat klopt niet voor zijn kinderen: ouders moeten een steunpunt zijn, hoewel ze dat vaak niet zijn, natuurlijk. Ouderschap, daar kleven allerlei problemen aan. Dat weet ik, omdat ik zelf ouders heb gehad, en een dochter van twintig heb. Je doet van alles verkeerd, dat is niet te vermijden.....(Belle Kuijken, 2004)

Persoonlijk vind ik dat de vader in het verhaal amper een rol speelt. Of misschien toch wel? Juist doordat zijn rol als steunpilaar en vader schittert in afwezigheid maakt dat zijn invloed groot in het leven van Petrus. Bij gebrek aan ouderlijke steun en wijsheid voelt Petrus zich gedwongen de rol van vader en opvoeder op zich te nemen.
Ik vind het een stil boek en onwillekeurig doet het mij denken aan een lied van de groep Van Dik Hout, Het is stil in mij. Het leest als een "stil" boek. Stil omdat we als lezer gevangen zitten in het machteloze verdriet van Petrus. Stil vanwege zijn stille protest tegen zijn broer die alle aandacht opeist, stil vanwege de stille aanklacht tegen zijn vader als waardeloze opvoeder. Een stil protest omdat een kleine jongen zo snel volwassen moet zijn. In feite is Petrus, binnen het gezin, de rots in de branding en typisch het oudste kind in het gezin: de meest verantwoordelijke, degene die zich opoffert en die de weg vrijmaakt voor de jongste in het gezin. Dat blijkt al vroeg wanneer hij erop uit moet om zijn broertje te zoeken, op te halen voor het eten, van school halen en herhaaldelijk moet hij zich verantwoorden voor het gedrag van zijn kleine broertje. En zo zal hij de rest van zijn leven in deze rol blijven. Voor mij blijkt dit duidelijk uit het schrijnende einde van het boek waarin zijn missie voltooid wordt, maar niemand neemt het hem in dank af. Hij krijgt het voor elkaar dat vader en Faas elkaar vinden in hun verdriet en ze vallen elkaar in de armen. En Petrus?

Ik liep twee trappen af. Ik liep de voordeur uit. Ik liep het tuintje uit. Het was donker en er was niemand meer op straat. Ik ging op het muurtje zitten met mijn rug naar het huis. Het was de langste dag van mijn leven geweest. (p. 77)



Internet (z.d.). Geraadpleegd op 29 maart 2016 van
Belle Kuijken, Tegenwoordig is iedereen een autist, De Morgen, 2004

Geen opmerkingen:

Een reactie posten